par. 3.3 bezinken en filtreren

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

Na deze les kunnen jullie:

- Uitleggen wat stofeigenschappen zijn.

- Uitleggen hoe bezinken en filtreren werkt

- Uitleggen welk verschil in stofeigenschappen worden gebruikt bij bezinken en filtreren.

Stoffen scheiden en stofeigenschappen

In de natuur bestaan er een hele hoop verschillende stoffen.

Deze stoffen willen we soms van elkaar scheiden.

Er bestaan verschillende manieren om stoffen van elkaar te scheiden. Hierbij maken we gebruik van verschil in stofeigenschappen.

Stofeigenschappen

Stofeigenschappen zijn eigenschappen van een stof die specifiek bij die ene stof hoort.

Een voorbeeld van een stofeigenschap is de kleur, maar ook bijvoorbeeld de fase bij kamertemperatuur.

Noem zoveel mogelijk andere stofeigenschappen

Stofeigenschappen

Enkele voorbeelden: Geur, kleur, smaak. Fase bij kamertemperatuur.

Maar ook: Smeltpunt, kookpunt, dichtheid, oplosbaarheid in water, en veel meer.

Stoffen scheiden

Bij het scheiden van stoffen halen we verschillende stoffen uit elkaar.

Scheiden veranderd niets aan de stoffen, maar sorteert ze alleen.

Scheidingsmethoden

er zijn verschillende manieren waarop je mengsels kunt scheiden. Deze manieren worden scheidingsmethoden genoemd. 

Welke methode je moet gebruiken hangt af van de stofeigenschappen

Hoofdstuk 3. Mengsels scheiden

3.3 Bezinken en filtreren

Voorbeelden van scheidingsmethoden

Bezinken

Filtreren

Indampen

Destilleren

Extraheren

Adsorberen

Wat is een suspensie?

1. een helder mengsel
2. een troebel mengsel
3. twee vloeistoffen, die niet mengen
4. twee vast stoffen

Scheiden van een suspensie

Een suspensie is een mengsel van een vaste stof en een vloeistof, waarbij de vaste stof niet opgelost is.

Deze soort mengsels zijn troebel, je kan er niet doorheen kijken.

Scheiden van een suspensie

Je kunt een suspensie op 2 manieren scheiden

Hoofdstuk 3. Mengsels scheiden

3.3 Bezinken en filtreren

1.

Bezinken en afschenken

2.

Filtreren

Scheiden door bezinken

We kunnen een vaste stof in een vloeistof scheiden door deze eerst te laten bezinken.

Bij bezinken zakt de stof met de hoogste dichtheid naar de bodem.

De dichtheid van een stof is de massa van een stof bij een vaste volume:

Zo heeft water een dichtheid van  1 kg/L, maar ijzer een dichtheid van ongeveer 8 kg/L.

Bezinken en afschenken

Nadat je een vaste stof hebt laten bezinken, ligt je vaste stof op de bodem. Nu moet de vloeistof nog uit het glas.

Dit kan je doen door afschenken: Hierbij giet je de vloeistof voorzichtig wel, en blijft de vaste stof over.

bezinken

• wanneer kan je dit

       gebruiken?

• bij een suspensie
• dus een vaste stof in een vloeistof
• wat achterblijft is het residu
• (kan versneld worden door centrifugeren)

Filtreren

Wanneer we niet genoeg tijd hebben voor bezinken, kunnen we gebruik maken van filtreren.

Bij filtreren laten we de suspensie door een filter heen gaan: De vaste stof blijft achter, en de vloeistof gaat door het filter heen.

Een filter bevat poriën. Dit zijn kleine gaatjes waar vloeistof doorheen kan, maar vaste stof niet. Welke stofeigenschap hoort er bij filtreren?

1. kookpunt
2. dichtheid/deeltjesgrootte
3. oplosbaarheid
4. brandbaarheid

Filtreren

Filtreren werkt met Deeltjesgrootte: Een stof met grote deeltjes kan niet door het filter heen. Water is klein, en kan wel door de poriën van een filter heen.

Samenvatting

Stoffen scheiden doen we op basis van verschillende stofeigenschappen.

Bezinken werkt op basis van een verschil in dichtheid

Filtreren werkt op basis van deeltjesgrootte

Huiswerk

Lees paragraaf 3.3

Maken opgaven par 3.3 in je papieren werkboek