Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kader 2 grammatica hoofdstuk 5
Kader 2 grammatica hoofdstuk 5
Oefenen voor de toets
Probeer je boek niet te gebruiken
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Kader 2 grammatica hoofdstuk 5
Oefenen voor de toets
Probeer je boek niet te gebruiken
Slide 1 - Diapositive
Grammatica onderdeel 1
Kloktijden:
In de toets verschillende klokken
Slide 2 - Diapositive
Tijden 1 t/m 12
Slide 3 - Carte mentale
Schrijf in het Duits de tijd op:
04:00 (Let op hoofdletter begin zin)
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf de tijd in het Duits op:
11:30
(o met umlaut: SHIFT en ” tegelijk indrukken.)
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf de tijd in het Duits op:
09:20
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf de tijd in het Duits op:
03:57
Slide 7 - Question ouverte
Grammatica 2: vraagwoorden
Slide 8 - Diapositive
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
……….. bist du? – Ich bin in Amsterdam.
Slide 9 - Question ouverte
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
........ werden Sie am Wochenende tun? - Ich werde für die Prüfungen lernen.
Slide 10 - Question ouverte
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
……….. alt bist du? – Ich bin dreizehn Jahre alt.
Slide 11 - Question ouverte
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
....... ist diese Frau? - Das ist meine Mutter.
Slide 12 - Question ouverte
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
....... haben Sie Ihre Hausaufgaben nicht gemacht? -Ich hatte keine Zeit.
Slide 13 - Question ouverte
Vul het juiste vraagwoord in het Duits in op de stippellijn:
......... findet der deutsche Test statt? - Der Test findet morgen statt.
Slide 14 - Question ouverte
Grammatica 3: er/sie/es/sie
Slide 15 - Diapositive
Manon und Hans warten auf den Bus.
…… werden gleich abgeholt.
Waardoor kun je Manon und Hans vervangen?
A
sie
B
er
C
es
Slide 16 - Quiz
Die Schule schließt um 17:00 Uhr.
..... ist jetzt noch geöffnet.
Waardoor kun je die Schule vervangen?
A
sie(meervoud)
B
sie (enkelvoud)
C
es
D
er
Slide 17 - Quiz
Der Tisch ist groß.
.... ist groß.
Waardoor kun je der Tisch vervangen?
Slide 18 - Question ouverte
Gestern kam ein kleines Mädchen vorbei.
.... spielt mit einem Ball.
Waardoor kun je ein kleines Mädchen vervangen?
Slide 19 - Question ouverte
Woorden
Slide 20 - Diapositive
Vertaal naar het Nederlands:
nie
A
niet
B
nooit
C
daar
D
dus
Slide 21 - Quiz
Vertaal naar het Nederlands:
das Kino
A
de wereld
B
de Kino
C
de tijd
D
de bioscoop
Slide 22 - Quiz
Vertaal naar het Nederlands:
sofort
A
nu
B
daar
C
meteen
D
gisteren
Slide 23 - Quiz
Vertaal naar het Nederlands:
das Fenster
A
het raam
B
het gebouw
C
de tijd
D
gisteren
Slide 24 - Quiz
Vertaal naar het Nederlands:
verstehen
Slide 25 - Question ouverte
Vertaal naar het Nederlands:
die Möbel
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal naar het Nederlands:
fertig sein
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal naar het Nederlands:
der Wald
Slide 28 - Question ouverte
Vertaal naar het Nederlands:
die Sachen
A
de spullen
B
het bos
C
zeggen
D
de bioscoop
Slide 29 - Quiz
Vertaal naar het Duits:
Het stoplicht (let op hoofdletter)
A
der ampel
B
die ampel
C
die Ampeln
D
die Ampel
Slide 30 - Quiz
Vertaal naar het Duits:
de kruising
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits:
het ziekenhuis
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits:
het stadhuis
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits:
de bushalte
A
die Bushaltestelle
B
die Bushaltestellen
C
der Bushaltestelle
D
das Bushaltestelle
Slide 34 - Quiz
Zinnen
Let op bij zinnen:
- Hoofdletter aan begin van de zin.
- Hoofdletter bij alle zelfstandige naamwoorden (alles waar je de, het of een voor kunt zetten)
Slide 35 - Diapositive
Vertaal de zin naar het Duits:
Kan ik iets vragen?
Slide 36 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Duits:
Wat wilt u weten?
Slide 37 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Duits:
Ga rechtdoor en dan de eerste straat links.
(let op begin hoofdletter en punt aan einde zin)
Slide 38 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Duits:
Waar is de winkelstraat?
Slide 39 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Duits:
Neem buslijn 15 naar het marktplein.
Slide 40 - Question ouverte
Let op: 10e bijles!
(Niet verplicht)
Slide 41 - Diapositive
Alles klaar?
- Voor jezelf oefenen via Study Go: woorden en zinnen / of uit je boek leren
Slide 42 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 13
Novembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
les 3 vraagwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica A1.1 hfdt 1-3
Novembre 2019
- Leçon avec
45 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Trabitour A Kapitel 2: Hoofdletters, persoonlijk voornaamwoord,het werkwoord 'haben' , woordjes 3.5
Octobre 2019
- Leçon avec
49 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 1 grammatica herhaling
Avril 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
WIEDERHOLUNG 2MAVO (Kapitel 1 u 2)
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
herhaling lidwoorden en vraagwoorden klas 2
Février 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Großbuchstaben
Novembre 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2