Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
Controleren huiswerk (5 min)
Behandelen paragraaf 3 (15 min)
zelfstandig werken (20 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Slide 1 - Diapositive
Wat is een sociale huurwoning?
A
een woning betaald met een lening van de bank
B
een woning met een huur boven de huurgrens
C
een woning voor mensen met een laag inkomen
D
een woning waar je eigenaar van wordt
Slide 2 - Quiz
In een huurwoning zijn een aantal aanpassingen gedaan.Welke aanpassingen moeten ongedaan worden gemaakt bij opzeggen van de huur? Kies de juiste antwoorden.
A
Eline heeft het bad vervangen in de badkamer.
B
Rob heeft een kleine vijver aangelegd in de tuin.
C
Jip heeft een kattenluik geplaatst in de keukendeur.
D
Harry heeft een waterkraan gemaakt buiten in de tuin.
Slide 3 - Quiz
Zet in de juiste volgorde.
Koper regelt financiering
Verkoper zet met makelaar huis te koop
Voorlopig koopcontract gesloten
Koopcontract opgesteld
Koper en verkoper onderhandelen over de prijs
Slide 4 - Question de remorquage
Overdrachtsbelasting wordt betaald bij de koop van een woning.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Economie 3GT
H4 Wonen en verzekeren
§3 De woningfinanciering
Slide 6 - Diapositive
Lesdoelen
Ik kan uitleggen hoe een woningfinanciering (hypotheek) werkt.
Slide 7 - Diapositive
Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid
D
de makelaar
Slide 8 - Quiz
Wat is juist?
A
Bij een huurhuis is de huurbaas de eigenaar.
B
Bij een koophuis betaal je huur.
C
Een hypotheek wordt iedere maand hoger.
D
Bij een huurhuis heb je altijd recht op huurtoeslag.
Slide 9 - Quiz
Introductie
Bij het kopen van een huis moet je waarschijnlijk geld lenen
Je gaat een hypotheek afsluiten
Verschillende soorten
Slide 10 - Diapositive
Wat zijn ontbindende voorwaarden bij het kopen van een huis??
Slide 11 - Carte mentale
Lenen voor een huis
Slide 12 - Diapositive
Lenen voor een huis
Gemiddeld €360.000,-
Daarvoor moet je geld lenen
Dat noem je een hypotheek
Slide 13 - Diapositive
Hypotheek
Lening met een onderpand
Die lening moet je terugbetalen, de aflossing
Voor de lening betaal je kosten, de hypotheekrente
Slide 14 - Diapositive
Wat is een onderpand?
Slide 15 - Carte mentale
Hypotheek
Onderpand betekent dat de bank jouw huis mag verkopen als je de aflossing en de rente niet terugbetaalt
Slide 16 - Diapositive
Waar hangt de hoogte van je hypotheek vanaf?
Slide 17 - Question ouverte
Waarde van je hypotheek
Waarde van het huis/pand
Hoogte van je inkomen
Slide 18 - Diapositive
www.independer.nl
Slide 19 - Lien
Slide 20 - Vidéo
Soorten hypotheek
Lineair
Slide 21 - Diapositive
Lineair
Maandbedrag wordt steeds lager
Aflossing blijft gelijk
Dus steeds minder rente
Slide 22 - Diapositive
Hypothecaire leningen
Lening met een onderpand
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek
Slide 23 - Diapositive
Annuïteitenhypotheek
Naarmate de looptijd vordert betaal je minder rente en meer aflossing.
Daardoor neemt je belastingvoordeel af en stijgen je netto maandlasten.
Voordeel annuïteitenhypotheek: in het begin van de looptijd betaal je netto een stuk minder in vergelijking tot een lineaire hypotheek. Dat past vaak goed bij starters.
Slide 24 - Diapositive
Annuïteitenhypotheek
Bij een annuïteitenhypotheek betaal je elke periode dus hetzelfde.
Je bruto maandlasten zijn dus elke maand gelijk.
Je netto maandlasten zijn echter niet elke maand gelijk.
Slide 25 - Diapositive
Hypotheeklasten
Hoogte van hypotheek
Rente %
Looptijd
Slide 26 - Diapositive
Huizenprijs
Daalt en stijgt door vraag en aanbod
Als de waarde van je huis lager is dan je hypotheek??