Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
wiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
leerdoelen vorige les § 9.2
Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Variabelen
Een variabele is het getal dat steeds kan veranderen (de letters in de formule)
Inkomsten in € = 4,50 + 3,43t
Variabelen zijn: inkomsten in € en t
Slide 7 - Diapositive
Letters in formules
We kunnen de formule dus korter schrijven:
huurprijs in € = 15 + 4 x tijd in dagen
wordt
huurprijs in € = 15 + 4 x t
t = tijd in dagen (dit staat onder de formule)
Slide 8 - Diapositive
maak van deze formule een formule met letters: lengte van de kaars in cm = 32 - 4 x aantal branduren
Slide 9 - Question ouverte
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)
Hoeveel verdient Tom per uur?
Slide 10 - Question ouverte
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)
Wat verdient Tom als hij 4 uur werkt?
Slide 11 - Question ouverte
Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren) Zijn vriend Tim werkt 2 uur meer dan Tom, hoeveel verdient hij meer?
Slide 12 - Question ouverte
Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule: hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten) Hoeveel meter daalt mevrouw Spruit per minuut?
Slide 13 - Question ouverte
Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule: hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten) Na hoeveel minuten is mevrouw Spruit beneden?
Slide 14 - Question ouverte
leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.
Slide 15 - Diapositive
huiswerk
maak nu alle opdrachten die horen bij 9.3 in de digitale methode
geen vragen meer? dan mag je de les verlaten anders blijf je er nog even in