Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
14.6 Politiek en overheidsbeleid
Slide 1 - Diapositive
Wat is geen doel van straffen?
A
Resocialisatie
B
Bescherming van de samenleving
C
Afschrikking
D
Daderrecht
Slide 2 - Quiz
Doelen van straffen
Vergelding --> Genoegdoening voor het slachtoffer en de samenleving
Afschrikking --> Om criminaliteit te voorkomen
Resocialisatie --> Om herhaling te voorkomen
Bescherming van de samenleving --> Om de samenleving veiliger te maken
Slide 3 - Diapositive
Wat is het belangrijkste verschil tussen straffen volgens de klassieke school en straffen volgens de moderne school?
Slide 4 - Question ouverte
Onveiligheid een maatschappelijk probleem?
Slide 5 - Diapositive
Welk dilemma kun je bedenken bij het aanpakken van criminaliteit?
Slide 6 - Question ouverte
Dilemma bij het aanpakken van criminaliteit
Dilemma van de rechtsstaat --> de overheid moet zorgen voor de bescherming van de burgers (rechtshandhaving) én de overheid moet respect hebben voor de vrijheid van burgers (rechtsbescherming)
Veiligheidsutopie --> onbereikbare wens voor optimale individuele vrijheid en optimale veiligheid
Slide 7 - Diapositive
Overheidsbeleid
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Ontwikkelingen veiligheidsbeleid
Tot eind 1970 was rechtshandhaving de belangrijkste strategie;
Mensen wilden meer veiligheid --> wens voor bredere aanpak --> integraal veiligheidsbeleid
Meer aandacht voor slachtoffers (bijv. Slachtofferhulp) en positie is versterkt in de wet (bijv. spreekrecht tijdens rechtszaak)
Slide 10 - Diapositive
Ideologieën en hun visies op het handhaven van de openbare orde en veiligheid
Slide 11 - Diapositive
Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Individuele vrijheid
B
Economische vrijheid
C
Eigen verantwoordelijkheid
D
Gelijkheid
Slide 12 - Quiz
Wat hoort niet bij het confessionalisme?
A
Gezin als hoeksteen van de samenleving
B
Naastenliefde
C
Harmonie
D
Gelijkwaardigheid
Slide 13 - Quiz
Wat hoort niet bij de sociaaldemocratie/socialisme?
A
Gelijkwaardigheid
B
Gelijke kansen voor iedereen
C
Eigen verantwoordelijkheid
D
Solidariteit
Slide 14 - Quiz
Sociale ongelijkheid en gebrek aan sociale cohesie veroorzaken criminaliteit. Daarom ligt de nadruk op preventie. Daarbij zijn belangrijke rollen weggelegd voor ouders en scholen. Tegelijkertijd moet criminaliteit wel sterk bestreden worden. Criminaliteit stopt niet bij de grenzen en daarom moet er een Europees veiligheidsbeleid komen. Welke ideologie herken je?
A
Liberalisme
B
Socialisme/sociaaldemocratie
C
Confessionalisme
Slide 15 - Quiz
De overheid moet veiligheid bevorderen, openbare orde handhaven en de democratische rechtsorde verdedigingen. De nadruk ligt op rechtshandhaving. Individuen die de regels overtreden, moeten bestraft worden: eigen verantwoordelijkheid is een belangrijke waarde, maar die kent wel (juridische) grenzen. Welke ideologie herken je?
A
Liberalisme
B
Socialisme/sociaaldemocratie
C
Confessionalisme
Slide 16 - Quiz
Socialisatoren als gezin, school en het maatschappelijk middenveld moeten criminaliteit voorkomen (preventie). Daarbij is het overbrengen van waarden en normen belangrijk, maar gezinnen ondersteunen die het moeilijk hebben. Ook moet criminaliteit bestraft worden, want gevoelens van angst en intimidatie zijn onwenselijk. Daarbij is het belangrijk dat politie en rechters goed functioneren. Welke ideologie herken je?