H2 - Diversiteit - les 1 + 2

Terugblik
Zelftoets vorige module
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Terugblik
Zelftoets vorige module

Slide 1 - Diapositive

Zelftoets
Maak de zelftoets van effectief communiceren via Edition

Slide 2 - Diapositive

Communicatie
H2 - Diversiteit

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat verstaan wordt onder diversiteit.
Je kunt toelichten met welke aspecten van diversiteit je als pedagogisch werker te maken kunt krijgen.
Je kunt toelichten met welke aandachtspunten je rekening houdt in de omgang met aspecten van diversiteit.
Je kunt uitleggen welke communicatieproblemen kunnen ontstaan door diversiteit.
Je kunt toelichten met welke aandachtspunten je rekening houdt in de omgang met communicatieproblemen ontstaan door diversiteit.
Je kunt uitleggen met welke aandachtspunten je rekening houdt in de communicatie bij diversiteit.

Je kunt uitleggen met welke aandachtspunten je rekening houdt in de communicatie met anderstaligen.





Slide 4 - Diapositive

Wat betekent diversiteit voor jou?

Slide 5 - Question ouverte

Diversiteit
Volgens de definitie betekent 'diversiteit': verscheidenheid. Het gaat om alle aspecten waarin mensen van elkaar verschillen.

Slide 6 - Diapositive

Pedagogisch medewerker
Als pedagogisch medewerker moet je:
  • Diversiteit als een uitdaging zien
  • Je in kunnen leven in een ander
  • Werken aan een vertrouwensrelatie

Slide 7 - Diapositive

Wat wordt er verstaan onder genderidentiteit?

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht
Beschrijf 2 momenten waarop jij in aanraking bent gekomen met genderdiversiteit.

WORD-bestand

Slide 9 - Diapositive

Aandachtspunten PW'er

Slide 10 - Carte mentale

Aandachtspunten PW'er
Heb een open en accepterende houding.  

Plak niet te snel een etiket op een kind. 
Let erop of contacten in de groep goed lopen. Praat met kinderen over verschillen en overeenkomsten.  
Wees duidelijk dat je pesten en discriminatie niet accepteert.
Vraag ouders/verzorgers wat zij belangrijk vinden in de opvoeding en informeer hen over het (pedagogisch) beleid van de organisatie.
Doe moeite ouders/verzorgers te begrijpen en zoek naar een compromis als jullie opvattingen heel verschillend zijn.


Slide 11 - Diapositive

Wat doe je op het moment dat je ziet dat een kind zich anders identificeert (gender)?

Slide 12 - Question ouverte

Wat doe je vervolgens als je merkt dat de ouders dit niet accepteren (of hier een andere opvatting over hebben)?

Slide 13 - Question ouverte

2.2 Diversiteit en communicatie
In de communicatie gaat weleens iets mis. Je spreekt dan van 'ruis'. Je snapt niet wat een ander bedoelt of het lukt je niet iets uit te leggen. Je kwetst onbedoeld iemand met wat je zegt of een ander kwetst jou. Diversiteit kan een oorzaak zijn voor deze ruis.

Slide 14 - Diapositive

Wanneer is er sprake van een communicatieprobleem mbt tot het communicatieschema?

Slide 15 - Question ouverte

Communicatieproblemen door diversiteit
Als pedagogisch werker is het belangrijk communicatieproblemen door diversiteit te herkennen en er goed mee om te gaan. Het gaat om:

  • verschil in waarden en normen;
  • verschil in achtergrond en gewoonten;
  • verschil in communicatiemogelijkheden;
  • verschil in taal.



Slide 16 - Diapositive

Wat zijn waarden?

Slide 17 - Question ouverte

Opdracht 'Waarden'
Vorm een tweetal
Geef een zelfbedacht voorbeeld van de volgende waarden:
1. Integriteit
2. Betrokkenheid
3. Rechtvaardigheid
4. Goed gevoel voor verhoudingen en relaties
5. Respect
6. Vertrouwelijkheid
7. Assertiviteit

Slide 18 - Diapositive

2.3 - Aandachtspunten voor communicatie bij diversiteit
Algemeen:
Heb een open, belangstellende houding.
Ga nooit uit van vanzelfsprekendheden (zoiets doe je toch niet, dat hoor je toch te weten).
Zie het verband tussen jouw waardeoordeel en jouw achtergrond.
Bekijk je eigen waarden en normen af en toe door de ogen van een buitenstaander.
Vriendelijkheid en een glimlach werken vrijwel altijd positief.
Heb respect voor iedereen.
Stel je vragen op een vriendelijke, niet-aanvallende toon.


Slide 19 - Diapositive