HAY ESTAR SER

Otra vez: HAY ESTAR y SER...
OTRA VEZ: HAY ESTAR SER
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Otra vez: HAY ESTAR y SER...
OTRA VEZ: HAY ESTAR SER

Slide 1 - Diapositive

Wanneer
gebruik je 
HAY,
ESTAR,
SER?

Slide 2 - Diapositive

Ser
Estar
... con mi hermano en el parque
en la playa 
... rood en zwart
... op de tafel
... tevreden
... erg oud
... profesora
... in bad
... Inglés
Dónde... ?
... knap
... blij
... lief
... alto

Slide 3 - Question de remorquage

Niet specifiek?
Met niet specifiek wordt bedoeld dat het gaat om 
een supermarkt is, of om veel huizen. Er wordt niet aangeven of het een bepaalde supermarkt of een bepaald huis is.

Slide 4 - Diapositive

Ezelsbruggetje ESTAR/SER

  • Voor naam, lengte, beroep,karakter en andere vaste eigenschappen gebruik je ser.
  • Voor plaats/ ligging én tijdelijke fysieke of emotionele  toestand gebruik je estar.  

Slide 5 - Diapositive

Ezelsbruggetje ESTAR/HAY

  • Voor woorden waar de of het (el, la, los, las) voor staat, gebruik je estar.
  • Bij woorden waar een (un, una), een paar (unos, unas), telwoorden (dos, tres etc.) of een hoeveelheid (muchos, pocos) voor staat, gebruik je hay.  

Slide 6 - Diapositive



Hay
un
banco por aquí?
Sí, hay muchos bancos aquí.
¿El banco ING también está en el centro?
No, pero sí está el banco Santander. 


Is er een bank hier?
Ja, er zijn veel banken hier.
Zit de ING-bank ook in het centrum?
Nee, maar de Santander-bank zit er wel. 
ejemplo - voorbeeld

Slide 7 - Diapositive

Estar
Hay
nosotros
una amiga
un supermercado
la escuela
mucha gente
los leones
mis amigos
tres profesores
un gato

Slide 8 - Question de remorquage

HAY
ESTAR
SER
Zijn, Zich bevinden, Liggen
Zijn
un, una,
unos, unas
Er is / 
Er zijn
en Barcelona
Pedro, María
alto, simpática
dos libros
de Barcelona
Profesora, policía
mucho/
poco
en el supermercado
triste (verdrietig)
enfermo (ziek)
guapo/-a
Holandés

Slide 9 - Question de remorquage

Schrijf 3 korte zinnen (4-5 woorden)
met daarin SER, ESTAR en HAY

Slide 10 - Question ouverte

Tot slot nog.... Levantarse

Slide 11 - Diapositive

levantas
llamáis
afeitan
levanto
llamamos
ducha
levanta
se
nos
me
se
os
te
se

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Lien