basis 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Start van de les

Telefoons in de telefoontas

 Jassen uit

 Schoolspullen op tafel

 Alle tassen op de grond

Wat gaan we doen?

1. Lezen

2. Spelling 

Lesdoelen

- Kun je korte en lange klanken herkennen en het werkwoord in de tegenwoordige tijd spellen

- Kun je de persoonsvorm herkennen in een zin

- Weet je hoe je verschillende woorden met korte en lange klanken goed spelt

- Kun je het werkwoord in de tegenwoordige tijd enkelvoud en meervoud spellen

Werkblad

Alleen maak je het werkblad.

Heb je vragen? vinger opsteken!

Lesdoel behaald?

 Kun je korte en lange klanken herkennen en het werkwoord in de tegenwoordige tijd spellen

Wat is de juiste spelling?

1. Berengezellig
2. Beregezellig

Wat is de juiste spelling?

1. Kippenhoken
2. winkelwaggen
3. chocoladereeppen
4. hondenhokken

Wat is de juiste spelling

1. auto-ongeluk
2. autoöngeluk

Wat is de juiste spelling?

1. Berenpoot
2. Berepoot

Wat is de juiste spelling?

1. Boekenkast
2. Boekekast

Wat is de juiste spelling?

1. Hondenriem
2. Honderiem

Wat is de juiste spelling?

1. geïrriteerd
2. ge-irriteerd

Wat is een korte klank?

Maak opdracht 16 en 17

Weet je wat een lange klank is?

1. ja
2. nee

I of IE?

i of ie

1. artiest
2. artist

i of ie

1. februari
2. februarie

i of ie

1. giechelen
2. gichelen

i of ie

1. kielo
2. kilo

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Vul de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd in. Gebruik het werkwoord RADEN
Pieter ....... het goede antwoord.

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Ze (blijven) rustig op hulp wachten.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Het vliegtuig (landen) ... op tijd.

1. land
2. landt

Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?

1. stam + de/te of stam + den/ten
2. stam, stam + t of het hele werkwoord
3. het hele werkwoord + d
4. alleen de stam

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .

1. beleefde
2. beleeft
3. beleef
4. beleefd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!

1. Word
2. Wordt
3. Werd
4. Worden

Wat is de persoonsvorm tegenwoordige tijd van werk?

1. Werken
2. Werkt

Opdracht

Maak opdracht 19, 20, 21, 22 en 23

Ben je eerder klaar? Lees je boek!

Zijn de lesdoelen behaald?

Hoe vind je de PV in een zin?

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
Mijn zus (surfen) de hele avond rond op internet.

1. surf
2. surft
3. surfd
4. surfen

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
(Vinden) jij het heel erg dat Hanne niet op jouw appjes reageert?

1. vind
2. vindt
3. vindd
4. vinden

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
Een gazelle (grazen) gemiddeld achttien uren per dag.

1. graasd
2. graazd
3. graast
4. graazt

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
Joop (verbazen) zich over de onverschillige houding van zijn vriend.

1. verbaasd
2. verbaast
3. verbaazd

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
(Fietsen) jouw broertje alleen in het donker naar huis?

1. Fiets
2. Fietsd
3. Fietsen
4. Fietst

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
(Worden) je broer morgen door Carl opgehaald?

1. Word
2. Wordt
3. Worden
4. Wordd

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.
De renovatie van de school (gebeuren) eind volgend jaar.

1. gebeur
2. gebeuren
3. gebeurt
4. gebeurd

Tot slot

Geef mij feedback!

Wat kan ik beter doen?