Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
e
Slide 1 - Diapositive
Samenstelling van het bloed
plasma-eiwitten 7%
water 91 %
opgeloste stoffen 2 %
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %
Slide 2 - Diapositive
Samenstelling van het bloed
plasma-eiwitten 7%
water 91 %
opgeloste stoffen 2 %
bloedplaatjes
witte bloedcellen
rode bloedcellen
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %
Slide 3 - Diapositive
Eiwitten (plasma-eiwitten)
Zuurstof
Afvalstoffen: bv. koolstofdioxide.
Voedingsstoffen: bv. glucose, mineralen, vitamines & de verteringsproducten van koolhydraten, eiwitten en vetten.
Regelende stoffen: bv. hormonen en enzymen.
Beschermende stoffen: bv. antistoffen.
Evt. geneesmiddelen.
Slide 4 - Diapositive
Het bloedplasma vervoert allerlei stoffen? Welke stoffen zijn dat?
A
voedingstoffen, afvalstoffen , een kleine hoeveelheid zuurstof
B
voedingstoffen, afvalstoffen, een kleine hoeveelheid zuurstof , hormonen , enzymen
C
voedingstoffen, afvalstoffen, een kleine hoeveelheid zuurstof, hormonen, enzymen en antistoffen
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Bloedplaatjes
trombose
stolling
Slide 8 - Diapositive
Kleine ronde schijfjes met een deuk in het midden.
Hebben GEEN celkern, leven ± 4 mnd.
Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg, dit zit in de koppen van de pijp- en in platte beenderen.
Vervoeren zuurstof dankzij de rode kleurstof hemoglobine, wat ijzer bevat.
Afbraak rode bloedcellen in het rode beenmerg, milt en lever. (IJzer wordt opnieuw gebruikt.)
Per mm3 bloed gemiddeld 5.000.000 rode bloedcellen.
Rode bloedcellen
Slide 9 - Diapositive
Rode bloedcellen
Slide 10 - Diapositive
Hoe heet het eiwit in de rode bloedcellen dat zorgt voor de vervoer van zuurstof?
A
Hemoglobine
B
IJzerzouten
C
Bloedplaatje
D
Beenmerg
Slide 11 - Quiz
Iemand met bloedarmoede voelt zich vaak vermoeid. Wat is er aan de hand bij bloedarmoede? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Er is te weinig bloed.
B
Het bloed bevat te weinig rode bloedcellen
C
Er is te weinig hemoglobine
D
Er zijn te weinig witte bloedcellen
Slide 12 - Quiz
Dode witte bloedcellen + dode bacteriën pus = etter.
Sommige kunnen antistoffen maken, deze ontwikkelen zich daarna verder in de lymfeknopen.
Leukemie: een afwijking op waar de witte bloedcellen gemaakt worden; er worden dan te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes gemaakt en te veel witte bloedcellen, maar die werken niet goed.
Per mm3 bloed gemiddeld 7.000 witte bloedcellen.
Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg.
Hebben GEEN vaste vorm & kunnen door kleine openingen heen.
Kunnen bv. bacteriën insluiten en zo onschadelijk maken.
Witte bloedcel
Slide 13 - Diapositive
Witte bloedcellen
Slide 14 - Diapositive
Kunnen witte bloedcellen door de wand van de kleinste bloedvaten heen?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel
Slide 17 - Question de remorquage
Zijn stukjes van andere cellen die kapot zijn.
Hebben GEEN celkern.
Zorgen voor de bloedstolling.
Bevatten een kleverig stofje dat vrij komt als er een wondje is.
Zorgt ervoor dat fibrine gemaakt wordt, hierdoor wordt een vangnet gemaakt voor de bloedcellen.
Bloederziekte = hemofilie: het bloed stolt niet goed.
Trombose = als een bloedprop zich hecht aan de wand van een bloedvat waardoor het bloedvat afgesloten wordt.
Bloedplaatjes
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje
Slide 20 - Diapositive
Bloedcellen zijn rode bloedcellen en witte bloedcellen. Waarom horen bloedplaatjes hier niet bij?
A
Omdat ze geen functie hebben
B
Omdat het geen cellen zijn
C
Omdat ze niet in het beenmerg gemaakt worden
D
omdat ze geen celkern hebben
Slide 21 - Quiz
vervoert zuurstof
verwijderd ziekteverwekkers
zorgt ervoor dat het bloed kan stromen/ vloeibaar blijft
maakt wondjes dicht
Slide 22 - Question de remorquage
Hebben rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes een celkern in de cel?
A
Alleen rode bloedcellen
B
Alleen witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Alleen witte bloedcellen
D
Alleen bloedplaatjes
Slide 23 - Quiz
bloedplasma
bloedplaatjes
witte bloedcellen
rode bloedcellen
Slide 24 - Question de remorquage
Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.