les 4 en 5 Nieren

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Diapositive

Doel

Je hebt een overzicht van de verschillende uitscheidingsorganen bij de mens en hun functie

17.5 t/m 17.10

Slide 2 - Diapositive

uitscheidingsorganen

Slide 3 - Diapositive

Doel
Je kunt aan de hand van de functie 3 functies  van de nier de anatomie en werking verklaren.

Je kent de werking van de verschillende onderdelen van het nefron in detail 

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de functies van de nieren?

Slide 5 - Question ouverte

Anatomie
17.6 en 17.9

functie: uitscheiden afvalstoffen, osmoregulatie, pH regulatie

filtert 20% per minuut! 

Slide 6 - Diapositive

Anatomie
nierschors = 3
niermerg = 4
nierbekken = 7
urineleider = 11

Op de volgende slide is een video over de werking van de nier



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Werking
De niereenheden (nefronen) werken via vier stappen
  1. ultrafiltratie
  2. terugresorptie
  3. excretie
  4. uitscheiding

    Ezelsbruggetje volgorde = UTEU

Slide 9 - Diapositive

Op welke plek kun je urine aantreffen?
A
4
B
6
C
8
D
9

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

BINAS 85B. Hoe zie je dat bloedeiwitten niet door het kapsel van Bowman komen

Slide 14 - Question ouverte

Waar lijkt voorurine qua samenstelling het meest op?
A
bloed
B
urine
C
bloedplasma

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke stoffen worden terug geresorbeerd in de Lis van Henle?

Slide 18 - Question ouverte

Op welke manier haalt de nier glucose, aminozuren en ionen uit de het verzamelbuisje?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Endocytose

Slide 19 - Quiz

Waarom moeten er veel haarvaten rond de lis van Henle zitten?

Slide 20 - Question ouverte

In de nierkanaaltjes worden de bruikbare stoffen uit de voorurine opgenomen. Waarom noemen we dit terugresorptie en niet gewoon resorptie (zoals in de darmen)?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Hoe geeft de binas excretie aan?

Slide 23 - Question ouverte

Urine
Jouw 5L bloed wordt 230x gefilterd per 24 uur (180 L voorurine en slechts 1,5 L urine)

1. alles eruit (ultrafiltratie)
2. alles nuttig terug (terugresorptie = actief transport)
3. enkele afvalstoffen er nog uit (excretie = actief transport)

Slide 24 - Diapositive

probeer zowel te beredeneren als te berekenen

Slide 25 - Diapositive

type hier je antwoord op de vorige vraag

Slide 26 - Question ouverte

Huiswerk
maak van 17.5 t/m 17.10 de toetsvragen 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 29 - Diapositive

Urine
Jouw 5L bloed wordt 230x gefilterd per 24 uur (180 L voorurine en slechts 1,5 L urine)

1. alles eruit (ultrafiltratie)
2. alles nuttig terug (terugresorptie = actief transport)
3. enkele afvalstoffen er nog uit (excretie = actief transport)

Slide 30 - Diapositive

Doel
Je kent de werking van de verschillende onderdelen van het nefron in detail en kunt in een gegeven situatie inschatten hoe het hormoonstelsel invloed uitoefent op de werking van het nefron.

BINAS 85D en 89

Slide 31 - Diapositive

Behalve het filteren van bloed hebben de nieren nog meerdere functies. Welke?

Slide 32 - Question ouverte

Hormonen en de nieren (tabel 89)
ADH - Stimuleert de terugresorptie van water in de nieren (en verhoogd zo de bloeddruk)

Renine - Stimuleert de aanmaak van aldosteron (gemaakt in nieren)

Aldosteron - Stimuleert het vasthouden van natrium en dus water (via osmose) (en verhoogd zo de bloeddruk)

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Oefenen ADH

Slide 35 - Diapositive

Alcohol en cafeïne zijn stoffen die de productie van ADH remmen in de hypofyse. Leg uit wat dit voor gevolgen heeft voor de urineproductie

Slide 36 - Question ouverte

Klaasje eet een hele zoute pizza. Leg uit wat de gevolgen zijn voor de ADH productie en de urineproductie.

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Tweede gekronkelde nierbuisje en excretie
Hormoongereguleerd.

Aldosteron regelt de zoutconcentratie in je urine.

Veel aldosteron: Na/K pompen werken hard. 

Zie Binas 89 en 85D







Slide 39 - Diapositive

Nieren en pH bloed
Als de pH van het bloed te laag is, dan zal de nieren meer H+ uitscheiden door excretie en meer HCO3- opnemen

Bij een te hoge pH waarde van bloed gebeurde het tegenovergestelde

Slide 40 - Diapositive

De pH homeostase van bloed wordt in de nieren geregeld tijdens de
A
Ultrafiltratie
B
Terugresorptie
C
Excretie

Slide 41 - Quiz

Beredeneer wat er gebeurt met de pH van je bloed als je een sportwedstrijd speelt. Leg uit op welke manieren je lichaam de homeostase handhaaft mbt de pH van het bloed.

Slide 42 - Question ouverte

Slide 43 - Lien

Huiswerk
Afronden toetsvragen 17.5 tm 17.10

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Lien