Sociale en communicatieve vaardigheden met cliënten en hun netwerk

Sociale en communicatieve vaardigheden met cliënten en hun netwerk

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom sociale en communicatieve vaardigheden belangrijk zijn bij het werken met cliënten en hun netwerk.

Leg de leerdoelen van de les uit en benadruk het belang van dit onderwerp voor het werk met cliënten en hun netwerk.

Wat weet je al over sociale en communicatieve vaardigheden met cliënten en hun netwerk?

Waarom zijn sociale en communicatieve vaardigheden belangrijk?

Goede sociale en communicatieve vaardigheden helpen bij het begrijpen en ondersteunen van cliënten en hun netwerk, het opbouwen van vertrouwen, het voorkomen van conflicten en het creëren van een positieve omgeving.

Geef een overzicht van de redenen waarom sociale en communicatieve vaardigheden belangrijk zijn bij het werken met cliënten en hun netwerk.

Actief luisteren

Actief luisteren betekent aandachtig luisteren naar woorden, emoties en lichaamstaal. Het helpt je om beter te begrijpen wat mensen nodig hebben en hoe je hen kunt helpen.

Leg uit wat actief luisteren is en waarom het belangrijk is voor goede communicatie met cliënten en hun netwerk.

Verbale en non-verbale communicatie

Verbale communicatie omvat de woorden die je gebruikt, terwijl non-verbale communicatie verwijst naar lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Beide zijn belangrijk om je boodschap duidelijk over te brengen en de signalen van anderen op te merken.

Beschrijf het belang van zowel verbale als non-verbale communicatie en geef voorbeelden van hoe deze vaardigheden kunnen worden toegepast.

Een correct begrip van de cliënt

Het is belangrijk om te begrijpen hoe de cliënt zich voelt, wat belangrijk voor hen is en wat hun perspectief is. Dit helpt je om beter aan te sluiten bij hun behoeften en wensen.

Leg uit waarom een correct begrip van de cliënt belangrijk is en geef suggesties voor hoe je dit kunt bereiken.

Omgaan met weerstand of grensoverschrijdend gedrag

Soms kunnen mensen boos, gefrustreerd of ongemakkelijk zijn. Het is belangrijk om geduldig te blijven, empathie te tonen en op een respectvolle manier te reageren.

Beschrijf hoe je kunt omgaan met weerstand of grensoverschrijdend gedrag en geef praktische tips voor het behouden van een professionele en respectvolle houding.

Conflicten oplossen

Conflicten kunnen ontstaan wanneer er meningsverschillen of spanningen zijn. Het is belangrijk om kalm te blijven, naar beide kanten te luisteren en samen naar een oplossing te zoeken.

Leg uit hoe conflicten kunnen ontstaan en geef strategieën voor het effectief oplossen van conflicten bij het werken met cliënten en hun netwerk.

Oefening: Actief luisteren

Luister naar een audiofragment en beantwoord vervolgens enkele vragen over de inhoud.

Geef de instructies voor de oefening en zorg ervoor dat de studenten begrijpen wat er van hen wordt verwacht.

Oefening: Non-verbale communicatie

Bekijk enkele afbeeldingen van verschillende lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen en beschrijf wat ze kunnen betekenen.

Toon de afbeeldingen op het scherm en vraag de studenten om hun interpretatie van de non-verbale signalen te delen.

Oefening: Rollenspel

Doe een rollenspel waarin een student ervaring opdoet met het omgaan met weerstand of grensoverschrijdend gedrag.

Kies enkele studenten om de rollen van cliënt en hulpverlener op zich te nemen en begeleid het rollenspel om te oefenen met het omgaan met weerstand.

Oefening: Conflicten oplossen

Werk in groepjes van twee en oefen met het oplossen van een conflictscenario.

Geef de studenten een conflictscenario en vraag hen om samen te werken om een oplossing te vinden. Moedig hen aan om naar elkaar te luisteren en respectvolle communicatie te gebruiken.

Samenvatting

Herhaal de belangrijkste punten van de les en benadruk het belang van sociale en communicatieve vaardigheden bij het werken met cliënten en hun netwerk.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en bevestig het belang van deze vaardigheden voor het werk met cliënten en hun netwerk.

Quiz

Beantwoord enkele vragen om je begrip van de lesstof te testen.

Bereid enkele meerkeuzevragen voor om het begrip van de studenten te evalueren. Zorg ervoor dat de vragen betrekking hebben op de belangrijkste concepten van de les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.