NL Trede 1 - week 1 - les 2 - week 2 - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Trede 1 - Over wie/wat gaat het?

lesdoelen: 

• Je leest een boek
• Je verplaatst je in een personage.
  
• Je kan uitleggen hoe een personage zich voelt. 

Personage

Personages zijn alle personen (soms dieren) die een rol spelen in een verhaal. 

Twee soorten personages

Je hebt hoofdpersonen en bijfiguren.

De meeste verhalen hebben één hoofdpersoon. Het hele verhaal draait om die persoon. Hij is de belangrijkste persoon.

Naast de hoofdpersoon zijn er ook bijfiguren.

Hoofdpersoon

• Je komt veel over hem/haar te weten.
• Een hoofdpersoon heeft bijna altijd een probleem.
• De hoofdpersoon probeert een doel te bereiken: het oplossen van het probleem.

Bijfiguren

• Bijfiguren hebben meestal maar één of twee eigenschappen.
• Ze reageren steeds hetzelfde. Ze zijn voorspelbaar.
• Bijfiguren veranderen meestal niet in de loop van het verhaal. Een pestkop blijft een pestkop.

Emoties

In een verzonnen verhaal draait het om gevoelens. 

Er zijn enorm veel gevoelens.

Gevoelens noem je ook wel emoties.

Welke emoties ken jij?

Zes basisemoties

Er zijn zes basisemoties:

• vreugde (blij)
• verdriet (verdrietig)
• angst (bang)
• woede (boos)
• verbazing (verbaasd)
• afschuw (geïrriteerd, verafschuwd)

Is het realistisch?

Een verzonnen verhaal kan realistisch zijn of juist niet.

• Kunnen de personen in het verhaal in onze wereld bestaan
• Kunnen de gebeurtenissen in het verhaal voorkomen in onze wereld?
• Bestaat de plek van het verhaal in onze wereld?
• Vindt het verhaal plaats in het verleden, nu of in de toekomst?

Aan het werk

Ga naar de Learning Portal

Trede 1 > Week 2

Over wie/wat gaat het?

Echt waar?