1 vmbo-bk 2.5 Organen en cellen: Cellen van dieren

Thema 2 Organen en cellen
2.5 Cellen van dieren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 Organen en cellen
2.5 Cellen van dieren

Slide 1 - Diapositive

LET OP: we slaan 2.3 en 2.4 even over. Dit gaan we na de toets doen!

Dan gaan we werken met de microscoop!

Slide 2 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen
herhalen 2.2 Organen van planten
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.5 Cellen van dieren
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Hebben planten organen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Zijn bloemen organen van planten?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

zijn de wortels van planten organen.
A
planten hebben geen organen
B
nee maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja de wortels zijn inderdaad organen

Slide 6 - Quiz

Planten maken hun eigen voedingsstoffen.
In welke organen doen ze dit vooral?

A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels

Slide 7 - Quiz

Wat is geen taak van de wortels?
A
Eten maken
B
Reservevoedsel opslaan
C
Water opnemen
D
Stevig in de grond

Slide 8 - Quiz

Welke functie hoort bij welk orgaan? 
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 9 - Question de remorquage

leerdoelen vandaag (2.5)
Aan het einde van de les:
- weet je dat een organisme bestaat uit cellen
- kan je de delen van cellen van dieren noemen
-

Slide 10 - Diapositive

Inleiding
Cellen zijn de bouwstenen van organismen.
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.

Slide 11 - Diapositive

2.3 Cellen
Planten en dieren bestaan uit cellen.
Cellen zijn de bouwstenen van een organisme.

Cellen zijn klein. Je kan ze alleen zien onder de microscoop.
Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder de microscoop worden ze gekleurd.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Door een microscoop lijken cellen plat.
In het echt zijn cellen een soort doosjes.

Kijk maar eens op de afbeelding hiernaast.

Slide 14 - Diapositive

Een cel heeft verschillende delen.
Links zie je een cel uit het wangslijmvlies van de mens.

Ernaast is de cel getekend met de verschillende delen.

Een cel van een mens noem je een dierlijke cel.

Slide 15 - Diapositive

Een cel bevat water met opgeloste stoffen: het celplasma (cytoplasma).

Om het celplasma heen, zit een dun vlies: het celmembraan. Sommige stoffen kunnen door het celmembraan heen. Daardoor kan een cel stoffen opnemen en afgeven.




Slide 16 - Diapositive

In het celplasma ligt de celkern.
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

VRAGEN??

Slide 20 - Diapositive

zelf aan de slag
2.5 Cellen van dieren: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 en 2 maken
(vanaf blz. 103)

Klaar? Teken een dierlijke cel en zet alle namen erbij!


Slide 21 - Diapositive