Oefentoets H1 aarde in beweging HVG

Met welke schaal wordt de kracht
van aardbevingen gemeten?
A
Schaal van Richter
B
Schaal van Köppen
C
Schaal van Buys Ballot
D
Schaal van Swifter
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Met welke schaal wordt de kracht
van aardbevingen gemeten?
A
Schaal van Richter
B
Schaal van Köppen
C
Schaal van Buys Ballot
D
Schaal van Swifter

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Tegelijk met de lava komen er stenen, as en giftige dampen uit de vulkaan
De ene plaat duikt onder de andere plaat en die smelt
De magmakamer wordt gevuld en de magma komt hoger in de kraterpijp
De magma die ontstaat stijgt naar boven.

Slide 2 - Question de remorquage

TIJDLIJN-SLEEPVRAAG
Dit is een tijdlijn sleepvraag, de tekst is vrij aan te passen. Om een sleepvraag aan een doel te verbinden klik je op de blauwe knop bij de vraag naar keuze. 
Welk gevolgen horen bij een vulkaanuitbarsting?
1 Dat er tegelijkertijd ook een aardbeving ontstaat.
2 Deze ramp kan je van tevoren zien aankomen
3 Verstoringen in het vliegverkeer door as(wolken)
4 Deze ramp leidt tot veel slachtoffers.
A
Cijfer 2 en 3
B
Cijfer 1, 2 en 4
C
Cijfer 1 en 4
D
Cijfer 1 en 3

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Magma
Kraterpijp
Lava
Aswolk
Krater

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat IJsland vulkanen heeft?
A
Omdat IJsland op een breuklijn ligt.
B
Omdat er zoveel geisers zijn.
C
Omdat IJsland een eiland is.
D
Omdat IJsland zoveel bergen heeft.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom komen er in Nederland minder natuurrampen voor dan in Japan?
A
Nederland ligt op de grens van platen, Japan niet.
B
Nederland is rijker dan Japan en kan de gevolgen van natuurrampen dus beter beperken.
C
Nederland heeft geluk, Japan heeft pech.
D
Japan ligt dichterbij plaatgrenzen en Nederland niet

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je van de buitenkant naar de binnenkant zou gaan door de aarde, welke lagen kom je dan tegen in de goede volgorde?
A
Mantel, kern, aardkorst
B
Aardkorst, mantel, kern
C
Kern, mantel, aardkorst
D
Aardkorst, kern, mantel

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardbevingen in Groningen komen door platentektoniek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wetenschap voor aardbevingen is....
A
Speleologie
B
Meterologie
C
Seismologie
D
Vulkanologie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aardbevingen zonder vulkanen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergtevorming

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen hoge vulkanen
B
Onderzees gebergte en lichte aardbevingen
C
Alleen zware aardbevingen
D
Hoge vulkanen en lichte aardbevingen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat meet de Schaal van Richter
A
vulkaanuitbarstingen
B
aardbevingen
C
tsunami's
D
geologische tijdschaal

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De plaats in de aardkorst waar een aardbeving ontstaat heet:
A
magmakamer
B
epicentrum
C
hypocentrum
D
plaatbreuk

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat ontstaat hier?
A
aardbeving
B
tsunami
C
midoceanische rug
D
orkaan

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 platentektoniek 
Convergent
Twee continentale platen botsen.
Convergent
Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
Subductie
divergent
Twee platen gaan uit elkaar
transforme
Twee platen gaan langs elkaar

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer/waarom komt water bij een Tsunami omhoog?
A
Hoge snelheid
B
Wind
C
Ondiepe ondergrond
D
Temperatuur

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom merk je op een schip weinig van de Tsunami?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke taal komt het woord Tsunami, denk jij?
A
Japans
B
Chinees
C
Engels
D
Frans

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan Nederland door een tsunami getroffen worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor natuurramp is hier geweest?
A
Vulkaanuitbarsting
B
Orkaan
C
Aardbeving
D
Tsunami

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat veroorzaakt een tsunami?
A
Orkaan
B
Zeebeving
C
Vloedgolf
D
Exogene krachten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions