Cicero Pro Sexto Roscio 8c (126) af

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Cicero Pro Sexto Roscio 8c (126) af

Bekijk het Latijn en de vertaling en beantwoord de vragen op de volgende slides (126 r. 6-9)

Sin autem constat contra omnes non modo veteres leges, verum etiam novas occisum esse, bona quo iure aut quo more aut qua lege venierint, quaero.

Maar als echter vaststaat, dat hij gedood is in tegenspraak met alle, niet alleen de oude wetten, maar ook (in tegenspraak) met de nieuwe, (dan) vraag ik, op grond van welk recht of welke ge-woonte of welke wet de goederen verkocht zijn. 

Met welke woorden wordt 'omnes' gespecifeerd? Citeer.

Citeer de veroorzaker en de infinitivus van de A.c.I. uit deze zin. En welke subj. acc. moet je aanvullen?

Verklaar het gebruik van de conjunctivus venierent.

1. conj. causalis
2. conj. concessivus
3. conj. in afhankelijke vraag
4. conj. potentialis

In quem hoc dicam, quaeris, Eruci.  (127 r. 1)

Eruci:  Erucius (aanklager van Sextus Roscius).

dicam: conj. in de afhankelijke vraag.

quaeris: deponens

Vertaal: In quem hoc dicam, quaeris, Eruci.

Non in eum, quem vis et putas;

Vis: 2e ps ev ind praesens van 'velle' (willen)

Vertaal: Non in eum, quem vis et putas;

nam Sullam et oratio mea ab initio et ipsius eximia virtus omni tempore purgavit.

Sullam: Sulla was een belangrijk politicus en de patronus (beschermheer) van Chrysogonus. Chrysogonus was een vrijgelatene van Sulla.

et oratio t/m eximia virtus:  onderwerp bij purgavit.

omni tempore: te allen tijde

purgare: vrijspreken

Vertaal: nam Sullam et oratio mea ab initio et ipsius eximia virtus omni tempore purgavit.

Heb je nog vragen?