online enquêtes, offline enquêtes, social media, interne bedrijfsgegevens
D
social media, databases, groepsgesprekken, diepte-interviews
Slide 6 - Quiz
Wat is het verschil tussen marktonderzoek en marketingonderzoek?
A
Bij marktonderzoek wil men vooral meer te weten komen over een bepaald onderwerp, bij marketingonderzoek wil men meer verkopen.
B
Bij marktonderzoek doet men altijd enquêtes, bij marketingonderzoek houdt men groepsgesprekken of diepte-interviews.
C
Bij marktonderzoek zoekt men marktinformatie, bij marketingonderzoek gaat het om veranderingen in de vier P’s.
Slide 7 - Quiz
Het marktonderzoekproces kent een aantal fasen. Wat gebeurt er in de fase ‘verzamelen van gegevens’?
A
De onderzoeker bepaalt de doelstellingen en doelgroep van het onderzoek.
B
De onderzoeker bepaalt de onderzoeksvragen en de probleemstelling.
C
De onderzoeker doet deskresearch en houdt enquêtes of diepte-interviews.
Slide 8 - Quiz
Het marktonderzoekproces bestaat uit zes fasen.
Zet ze in de juiste volgorde?
1
2
3
4
5
6
Rapporteren
Opstellen onderzoeksplan
Verzamelen van van gegevens
Analyse en interpretatie van gegevens
Presenteren
Probleemanalyse
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is een nadeel van deskresearch?
A
Het uitvoeren kost veel tijd en geld.
B
Het verwerken van de onderzoeksuitkomsten is ingewikkeld.
C
Het geeft alleen antwoord op precies geformuleerde vragen.
D
Het levert cijfers die voor een ander doel verzameld zijn.
Slide 10 - Quiz
De organisatie van een festival neemt na afloop een online enquête af om te bekijken wat de bezoekers vonden van de muziek, catering, organisatie, enzovoort. Welk type data wordt hiermee verzameld?
A
gemanipuleerde data
B
nieuwsdata
C
primaire data
D
secundaire data
Slide 11 - Quiz
In veel gevallen doet men kwantitatief onderzoek met vragenlijsten onder meer dan 100 respondenten. Wat is de meest populaire toepassing van dit soort onderzoek?
A
benchmarking
B
concurrentieanalyse
C
klanttevredenheids onderzoek
D
prijsonderzoek
Slide 12 - Quiz
Een marketingmanager van biologische producten heeft een assortiment van 120 producten. Hij wil precies weten hoe de verkoop van elk product zich ontwikkelt: per maand en per supermarktketen. Met welk soort onderzoek werkt hij?
A
kwantitatief, ad hoc onderzoek
B
kwantitatief, continu onderzoek
C
kwalitatief, ad hoc onderzoek
D
kwalitatief, continu onderzoek
Slide 13 - Quiz
Een marktonderzoeksbureau kan verschillende functies vervullen. Wat is geen taak voor een marktonderzoeksbureau?
A
begroten wat de uitvoering van een marktonderzoek gaat kosten
B
het doorgeven van namen en adressen van mogelijke klanten
C
het benaderen van respondenten uit de onderzoeksdoelgroep
D
het doen van voorstellen voor de te gebruiken onderzoeksmethode
Slide 14 - Quiz
De eigenaar van een webshop in cadeau-artikelen zoekt via het internet op welke prijs ander webshops voor een wijnrek van het type ‘Grape’ vragen.
Van welk type onderzoek is hier sprake?
A
Deskresearch
B
Fieldresearch
Slide 15 - Quiz
Onder primaire gegevens in marktonderzoek wordt verstaan
A
de belangrijkste te verzamelen gegevens
B
de gegevens die men eerst, via deskresearch verzamelt
C
gegevens die nog nader bewerkt moeten worden
D
gegevens direct van de bron afkomstig en voor dat speciale doel verzameld