JAM marktonderzoek proeftoets H1 en H2

Marktonderzoek H1 en H2
Evaluatie toets
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Marktonderzoek H1 en H2
Evaluatie toets

Slide 1 - Diapositive

Wat is de beste omschrijving van het begrip marktonderzoek?
A
het houden van een enquête onder een bepaalde doelgroep
B
het verzamelen van informatie met het doel beslissingen te nemen
C
het ontwikkelen van een succesvol commercieel beleid
D
nagaan of er voldoende markt is voor een nieuw product

Slide 2 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een beschrijvend onderzoek?
A
onderzoek dat in kaart brengt hoe mensen denken over het kopen van producten via het internet of in een winkel
B
onderzoek dat duidelijk maakt hoeveel mensen een campagne hebben gezien en hoeveel mensen zich de boodschap herinneren
C
onderzoek waarmee een relatie wordt gelegd tussen de kleuren van snoepverpakkingen en de verkoop aan kinderen onder de 12 jaar
D
onderzoek dat verheldert door welke oorzaken het marktaandeel van merk A in de markt relatief sterk is gedaald

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak over de probleemstelling is juist?
A
De probleemstelling omschrijft waarom het onderzoek wordt gedaan en wat de belangrijkste vraag is.
B
De probleemstelling maakt duidelijk hoeveel winst er kan worden gemaakt als het bedrijf de juiste keuzes maakt.
C
De probleemstelling laat zien met welke methode er gewerkt gaat worden en wanneer het onderzoek klaar moet zijn.
D
De probleemstelling toont aan dat het onderzoek een belangrijke bijdrage zal leveren aan de bedrijfsstrategie.

Slide 4 - Quiz

Wat is een juiste opsomming van de onderdelen van een onderzoeksplan?
A
tijd en geld, doelgroep, probleemanalyse
B
tijd en geld, resultaten, rapportage en presentatie
C
tijd en geld, onderzoeksmethode, rapportage en presentatie

Slide 5 - Quiz

Wat is een goede opsomming van vormen van fieldresearch?
A
Google, databases, interne bedrijfsgegevens, online enquêtes
B
groepsgesprekken, diepte-interviews, online enquêtes, offline enquêtes
C
online enquêtes, offline enquêtes, social media, interne bedrijfsgegevens
D
social media, databases, groepsgesprekken, diepte-interviews

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen marktonderzoek en marketingonderzoek?
A
Bij marktonderzoek wil men vooral meer te weten komen over een bepaald onderwerp, bij marketingonderzoek wil men meer verkopen.
B
Bij marktonderzoek doet men altijd enquêtes, bij marketingonderzoek houdt men groepsgesprekken of diepte-interviews.
C
Bij marktonderzoek zoekt men marktinformatie, bij marketingonderzoek gaat het om veranderingen in de vier P’s.

Slide 7 - Quiz

Het marktonderzoekproces kent een aantal fasen.
Wat gebeurt er in de fase ‘verzamelen van gegevens’?
A
De onderzoeker bepaalt de doelstellingen en doelgroep van het onderzoek.
B
De onderzoeker bepaalt de onderzoeksvragen en de probleemstelling.
C
De onderzoeker doet deskresearch en houdt enquêtes of diepte-interviews.

Slide 8 - Quiz

Het marktonderzoekproces bestaat uit zes fasen.
Zet ze in de juiste volgorde?
1
2
3
4
5
6
Rapporteren
Opstellen onderzoeksplan
Verzamelen van van gegevens
Analyse en interpretatie van gegevens
Presenteren
Probleemanalyse

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is een nadeel van deskresearch?
A
Het uitvoeren kost veel tijd en geld.
B
Het verwerken van de onderzoeksuitkomsten is ingewikkeld.
C
Het geeft alleen antwoord op precies geformuleerde vragen.
D
Het levert cijfers die voor een ander doel verzameld zijn.

Slide 10 - Quiz

De organisatie van een festival neemt na afloop een online enquête af om te bekijken wat de bezoekers vonden van de muziek, catering, organisatie, enzovoort.
Welk type data wordt hiermee verzameld?
A
gemanipuleerde data
B
nieuwsdata
C
primaire data
D
secundaire data

Slide 11 - Quiz

In veel gevallen doet men kwantitatief onderzoek met vragenlijsten onder meer dan 100 respondenten.
Wat is de meest populaire toepassing van dit soort onderzoek?
A
benchmarking
B
concurrentieanalyse
C
klanttevredenheids onderzoek
D
prijsonderzoek

Slide 12 - Quiz

Een marketingmanager van biologische producten heeft een assortiment van 120 producten. Hij wil precies weten hoe de verkoop van elk product zich ontwikkelt: per maand en per supermarktketen.
Met welk soort onderzoek werkt hij?
A
kwantitatief, ad hoc onderzoek
B
kwantitatief, continu onderzoek
C
kwalitatief, ad hoc onderzoek
D
kwalitatief, continu onderzoek

Slide 13 - Quiz

Een marktonderzoeksbureau kan verschillende functies vervullen.
Wat is geen taak voor een marktonderzoeksbureau?
A
begroten wat de uitvoering van een marktonderzoek gaat kosten
B
het doorgeven van namen en adressen van mogelijke klanten
C
het benaderen van respondenten uit de onderzoeksdoelgroep
D
het doen van voorstellen voor de te gebruiken onderzoeksmethode

Slide 14 - Quiz

De eigenaar van een webshop in cadeau-artikelen zoekt via het internet op welke prijs ander webshops voor een wijnrek van het type ‘Grape’ vragen.

Van welk type onderzoek is hier sprake?
A
Deskresearch
B
Fieldresearch

Slide 15 - Quiz

De manager van een uitzendbureau laat de klanttevredenheid onderzoeken door een marketingbureau.

Van welk type onderzoek is hier sprake?
A
Deskresearch
B
Fieldresearch

Slide 16 - Quiz

Een bedrijf laat onderzoeken of zijn naamsbekendheid vergroot is na een promotionele actie.

Van welk type onderzoek is hier sprake?
A
Deskresearch
B
Fieldresearch

Slide 17 - Quiz

Geef aan of de onderstaande bewering
juist of onjuist is.
Deskresearch is over het algemeen goedkoper dan fieldresearch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een cultureel centrum biedt verschillende cursussen aan. Na elke cursus krijgen de deelnemers een tevredenheidsenquête die ze kunnen invullen. Op basis van de analyse van de resultaten van de enquête wordt bepaald of de cursus nogmaals gegeven wordt.

Van welk type onderzoek is sprake?
A
Ad hoc onderzoek
B
Continu onderzoek

Slide 19 - Quiz

Onder primaire gegevens in marktonderzoek wordt verstaan
A
de belangrijkste te verzamelen gegevens
B
de gegevens die men eerst, via deskresearch verzamelt
C
gegevens die nog nader bewerkt moeten worden
D
gegevens direct van de bron afkomstig en voor dat speciale doel verzameld

Slide 20 - Quiz

Wanneer men naar het CBS gaat en de benodigde informatie daar verzameld, dan is men bezig met
A
deskresearch
B
enquêteren
C
evalueren van gegevens
D
fieldresearch

Slide 21 - Quiz

Onderzoeksvraag luidt: hoe ziet de markt voor kleding eruit?
Welk doel dient deze vraag
A
Beschrijvend
B
Verkennend
C
Verklarend

Slide 22 - Quiz

Onderzoeksvraag luidt: wat is het effect van een reclamecampagne op de verkopen van een supermarkt?
Welk doel dient deze vraag
A
Beschrijvend
B
Verkennend
C
Verklarend

Slide 23 - Quiz

Wat doe je in de eerste fase van het onderzoeksproces
A

Slide 24 - Quiz

Je werkt bij een marktonderzoeksbureau. Je krijgt de opdracht om het belgedrag van consumenten te onderzoeken. Je volgt de fasen van het marktonderzoeksproces.
Wat doe je in de eerste fase van het marktonderzoeksproces?

Slide 25 - Question ouverte

Je werkt nog steeds bij hetzelfde marktonderzoeksbureau. Je gaat een fieldresearch doen. Wat voor soort gegevens verzamel je bij fieldresearch?

Slide 26 - Question ouverte

Je werkt nog steeds bij hetzelfde marktonderzoeksbureau.
Welke externe bronnen ga je raadplegen bij het onderzoek?

Slide 27 - Question ouverte

Noem twee onderzoeksmethoden die we kunnen gebruiken bij kwalitatief onderzoek?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is het doel van een kwalitatief onderzoek?

Slide 29 - Question ouverte