H2.2. Rivieren van ijs

H2.2 Rivieren van ijs
- terugbik naar 2.1 
(verwering en erosie)

- paragraaf 2: Rivieren van ijs
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

H2.2 Rivieren van ijs
- terugbik naar 2.1 
(verwering en erosie)

- paragraaf 2: Rivieren van ijs

Slide 1 - Diapositive

Welke soorten verwering kennen we?

Slide 2 - Question ouverte

Verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
- Mechanische verwering 
- Chemische verwering

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Mechanische verwering
Verschil in temperatuur

De steen zet uit bij warmte 
Krimpt weer bij kou


Slide 5 - Diapositive

Vorst verwering
Verschil in temperatuur

De steen zet uit bij warmte 
Krimpt weer bij kou

Vorstverwering

Slide 6 - Diapositive

Biologische verwering
Wortels van planten en bomen helpen soms een handje mee door zich in spleten en barsten te wringen.

Slide 7 - Diapositive

Chemische verwering
Als de samenstelling van een gesteente wel verandert, spreek je van chemische verwering .

Slide 8 - Diapositive

Chemische
verwering
Mechanische verwering

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

begin van een gletsjer 
 Duizenden jaren geleden waren de Alpen bedekt met enorme gletsjers , rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden. 

Slide 11 - Diapositive

begin van een gletsjer 
 In een ijstijd valt veel neerslag in de vorm van sneeuw. Het enorme pak sneeuw veranderd door de gigantische druk in firn : korrelige en ijsachtige sneeuw. 

De firn hoopt zich steeds verder op en vormt een firnbekken . Dat is het begin van een gletsjer.

Slide 12 - Diapositive

Zet het juiste begrip bij de tekst
rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden glijden
Periode waarin de gemiddelde temperatuur op aarde een paar graden daalde.
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
Een verzameling van overjarige sneeuw hoog in de bergen. Het begin van de gletsjer
Gletsjer
IJstijd / Glaciaal
Firn
Firnbekken

Slide 13 - Question de remorquage

IJstijden
 In de geschiedenis van de aarde zijn er koude perioden geweest. In zo’n periode daalde de temperatuur niet dramatisch (gemiddeld niet meer dan 5 °C), maar er viel in de winter meer sneeuw dan dat er in de zomer smolt.  
 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Verwering en gletsjers
Een Gletsjer bestaat niet uit glad ijs. Hij zit vol met stenen en grind. 

Door verwering vallen er rotsen en stenen op de gletsjer.

Slide 16 - Diapositive

Morene aan de zijkant van de gletsjer noemen we zijmorene
Het puin dat onder de gletsjer wordt meegenomen noemen we grondmorene
Aan het eind van de gletsjer (onder aan de berg) liggen eindmorene

Slide 17 - Diapositive

De gletsjer beweegt langzaam van de berg af. Door erosie wordt een U-dal uitgeslepen. 

Slide 18 - Diapositive

Erosie
Het afslijten van gesteente door water, wind of ijs

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoe noemen we de puin de door verwering op en in de Gletsjer terecht komt?
A
Gletjserpuin
B
Morene
C
Glaciaal
D
Poarstenen

Slide 21 - Quiz

Hoe kan je in deze afbeelding zien dat het dal door een gletsjer is gevorm?
(klik om te vergroten)

Slide 22 - Question ouverte

Einde
Doei

Slide 23 - Diapositive