vpth casus 3

welkom
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

welkom

Slide 1 - Diapositive

het slangetje van de neusmaagsonde is dunner dan de PEG-sonde slangetje.
A
niet waar
B
waar

Slide 2 - Quiz

Welke functies heeft de ventriculus, gaster
A
Het dood bacteriën die meekomen met voedsel.
B
Het verteerd voedsel.
C
Het zet vertering van eiwitten en vetten in gang
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 3 - Quiz

5 druppels Sonde Voeding staan gelijk aan 1 ml:
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

druppels:
20 druppels SV staan gelijk aan 1 ml

Slide 5 - Diapositive

Een zorgvrager moet 1800ml sovo per 24uur krijgen toegediend. Hoeveel druppels dien je toe per minuut?
1ml = 18 druppels sondevoeding

Slide 6 - Question ouverte

Lengte neussonde bij volwassenen
Hoelang moet deze lengte zijn bij volwassen meestal?
A
A: 50-70 CM lang
B
45-65 cm lang
C
75-85 cm lang
D
35-55 cm lang

Slide 7 - Quiz

Een irrigatieset spoelt de darmen en stimuleert hierdoor de ontlasting meer productie van ontlasting.
A
stelling is juist
B
stelling is onjuist

Slide 8 - Quiz

veel bacteriën leven bijvoorbeeld op de huid of in de darmen, deze brengen meestal geen schade toe, hoe heet deze bacterie?

Slide 9 - Question ouverte

Welk meetinstrument wordt er gebruikt om te meten of er sprake is van slikproblemen?
A
Braden
B
EAT-10
C
Snaq RC
D
S-MMSE

Slide 10 - Quiz

Het goede antwoord is: EAT-10
Met Braden meet je decubitus
Met Snaq RC meet je ondervoeding binnen de verpleeghuiszorg
Met S-MMSE meet je o.a. psychische stoornissen en mentale functies

Slide 11 - Diapositive

Sondevoeding. Mw B van 80 jaar krijgt dagelijks 800 ml 'Nutrison Protein Plus' in 4 uur toedienen.
Wat is de druppelsnelheid per minuut?

A
65 druppels per minuut
B
67 Druppels per minuut
C
70 druppels per minuut

Slide 12 - Quiz

Het grootste deel van het voedsel bestaat uit....
A
Aminozuren
B
Mineralen
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 13 - Quiz

Kan ik mijn sondevoeding bij hoge temperaturen bewaren?
A
In de koelkast
B
Bewaar het bij hoge temperatuur
C
bewaar sondevoeding op een koele plaats in huis
D
Bewaar de voeding in het zonlicht

Slide 14 - Quiz

Welke wordt hieronder niet verstaan?
A
Jejunolamiesonde
B
Button
C
Peg sonde
D
G-tube

Slide 15 - Quiz

Neusmaag sonde inbrengen, is dit een risicovolle handeling of een voorbehouden handeling?
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 16 - Quiz

Een ileostoma is een:
A
kunstmatige uitgang van de dunne darm
B
kunstmatige uitgang van de blaas
C
kunstmatige uitgang van de dikke darm

Slide 17 - Quiz

Crohn en colitus ulcerosa kunnen een indicatie vormen voor een stoma omdat :
A
de dikke darm door chronische ontsteking van het darmvlies wordt verwijderd
B
de dikke darm door een verhoogde kans op kanker preventief verwijderd word
C
de dikke darm door verstoorde prikkelgeleiding of verlamming niet meer goed functioneert

Slide 18 - Quiz

ondervoeding komt voor bij?
A
mensen met ondergewicht
B
mensen met een normaal gewicht
C
mensen met overgewicht
D
alle bovenstaande

Slide 19 - Quiz

eendelig stomasysteem
A
buigt helemaal met plooien mee
B
het stoma is kwetsbaarder achter dun laagje plastic
C
de huid wordt meer belast omdat de kleeflaag van de huid vaker wordt losgetrokken
D
alle antwoord A, B en C zijn

Slide 20 - Quiz

Wat is stomatitis
A
ontsteking van je hand
B
ontsteking bij je stoma
C
ontsteking mondslijmvlies
D
ontsteking tandvlees

Slide 21 - Quiz