onderwerp van de zin vinden

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Onderwerp van de zin vinden

Doel:

Ik kan het onderwerp in de zin vinden

Vandaag:

* Korte herhaling persoonsvorm zoeken

* Nieuw: het onderwerp in de zin vinden

Herhaling: persoonsvorm zoeken...

• Vraagzin maken 
• 
  
• De zin in een andere tijd zetten 

Hij loopt naar school -  Loopt hij naar school ?

Hij loopt naar school-  Hij liep naar school 

                                                                   

Herhaling persoonsvorm:

1. Meneer Koekepeer valt van zijn fiets 

2. Meneer Koekepeer kan niet zwemmen zonder zwembroek

Oke dan nu verder

met het onderwerp ! 

Onderwerp zoeken: 

1. Zoek de persoonsvorm ( werkwoord! ) 
2. Vraag: wie of wat  ( + persoonsvorm)
3. Het antwoord op die vraag is het onderwerp

DUS....

Hoe vind je het onderwerp?

Stel de vraag : 

wie of wat + de persoonsvorm

Marietje rent naar school.

WIE OF WAT RENT?

Marietje !

onderwerp = Marietje 

Onderwerp

Onderwerp=                 Wie/wat +  persoonsvorm

Even oefenen (samen)

1.  Ollie speelt in het bos met de stok

2. Juf Jessa kocht een ijsje na schooltijd

3. De politie heeft de boef gevangen!

stap 2: Wie of wat ...?

stap 1 :wat is hier de persoonsvorm?

Even oefenen: nu jullie! 

Er komen een paar meerkeuzevragen 

Gebruik het stappenplan! 

stap 2: Wie of wat ...?

stap 1 :wat is hier de persoonsvorm?

Even oefenen ( juf)

1.  Olllie speelt met de stok

2. Niemand heeft het gezien

3. Eva en haar vrienden gaan naar de bioscoop

stap 2: Wie of wat ...?

stap 1 :wat is hier de persoonsvorm?

Wat is het onderwerp?

Juf Marjolein legt het onderwerp uit.

1. Juf Marjolein
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Wat is het onderwerp

Ik wil loodgieter worden?

1. Loodgieter
2. zou
3. wil
4. ik

Wat is het onderwerp

VSO1 leert het onderwerp vinden?

1. VSO1
2. leert
3. het onderwerp
4. vinden

Wat is het onderwerp?

Mensen geloven dat niet.

1. mensen
2. geloven
3. dat
4. niet

Opdracht

* Zelfstandig of in tweetallen 

( overleg) 

* Onderstreep het onderwerp 

in de zin! 

Gebruik het stappenplan

Te makkelijk? 

Kun je ook nog de persoonsvorm vinden?

Zet dan een rondje om

de    pv.

Klaar? Hand opsteken. 

Juf komt bij je.

Les: Onderwerp

Doel:

Ik kan het onderwerp in de zin vinden

Gelukt? 

Ik kan het onderwerp in een zin vinden

Ja

Nee

Een beetje

Vrije tijd:

Boek

Opdracht 3 bladzijde 185

Wat moet je doen??

stap 1: onderstreep de persoonsvorm

stap 2: schrijf de vraag op om het onderwerp te vinden

stap 3: schrijf het antwoord op en omcirkel het onderwerp in de zin

Opdracht 4  blz 186

De persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden