7.3 Vaste voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Wat hebben we gedaan?

Lesdoel:
Je weet nu wat vaste voorzetsels zijn en kan er enkele herkennen en toepassen.

Wat is een voorzetsel.

Het groene bankje staat OP het gras.

1. voorzetsel
2. lidwoord
3. bijwoord
4. bijv. nw

Het groene bankje staat OP het gras.

1. voorzetsel
2. lidwoord
3. bijwoord
4. bijv. nw

Het jonge vogeltje is ............................ de eerste keer uit zijn nest gevlogen.

voor

dit is een ..

1. voorzetsel
2. telwoord
3. zelfstandig naamw.
4. werkwoord

Wat is een voorzetsel?

1. de
2. naast
3. fietsen
4. fles

Wat is GEEN voorzetsel?

1. hier
2. in
3. tussen
4. wegens

Vast voorzetsel

De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat.

Vaste voorzetsels

Vaste voorzetsels

• Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel
• Die voorzetsels kun je niet vervangen

Voorbeelden: bestaan uit, zorgen voor,  houden van

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord: bestaan?

1. met
2. in
3. uit
4. van

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

Vul aan met een vast voorzetsel
rekenen ...

Vul aan met een vast voorzetsel:
Verlangen ...

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Vul aan met een vast voorzetsel
aanleiding geven ...

Vul aan met de vaste voorzetsels:
... de hand ...