Hij zei: "Dat had ik nooit moeten doen." Hij zei: "Dat had ik nooit moeten doen!"
Hij zei: "Had ik dan nooit moeten doen?"
"Dat had ik nooit moeten doen," zei hij, "daar hebben veel mensen last van gehad."
Kijk heel precies naar de gebruikte interpunctie.
Slide 16 - Diapositive
Hoe maak je van deze zin een citaat? De spits vertelde dat hij van club wil veranderen.
Slide 17 - Question ouverte
Hoe maak je van deze zin een citaat? De directeur van Phillips antwoordt dat er 985 banen verloren zullen gaan.
Slide 18 - Question ouverte
Wat valt je op aan deze zinnen?
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.
Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.
Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.
Slide 19 - Diapositive
Inversie (p. 113)
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.
Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.
Veel geldga ik inzamelen voor het goede doel.
Slide 20 - Diapositive
Woorkeuze
Voorkom herhaling!
Gebruik niet steeds "zeggen", "vertellen".
Gebruik ook een "uitleggen", "toelichten", "antwoorden", "mompelen", "knikken", "bevestigen".
Slide 21 - Diapositive
Opdracht
Bedenk wie je wilt interviewen over een eigen gekozen onderwerp. Maak een afspraak met deze persoon en plan deze uiterlijk 7 januari in. Volgende stap dinsdag in de les (20 dec):