Hoe schrijven inversie/citeren (2.4) les 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
• je iPad (dicht)

Les 1

Planning

• Stand van zaken: interview komende week?
• Theorie verslag schrijven
• Aan de slag
• Vooruitblik

Soorten interviewverslag (p. 111)

1. Letterlijk interviewverslag
2. Samenvattend interviewverslag 

Opbouw

• Inleiding: voorstellen geïnterviewde / functie van inleiding
• Kern: weergeven in eigen woorden, citaten
• Slot: logisch vervolg, functie van slot 

Citeren (p.112)

Citaat: wat iemand letterlijk heeft gezegd.

Kijk heel precies naar de gebruikte interpunctie.

Wat valt je op aan deze zinnen?

Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Inversie (p. 113)

Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Afwisselen woordkeus

Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 

- een synoniem: opa - grootvader; 

- een omschrijving: opa - de oude baas; 

- een verwijswoord: opa - hij 

Woordkeuze (p. 114)

zijn       

Werkwoorden vormen de kern van je zin.

maken       

Afwisselen met werkwoorden

In plaats van zeggen of vertellen kun je ook schrijven: 

* vervolgen, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 

'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Hoe iets wordt gezegd.

Werkwoorden die iets zeggen over het gevoel van de geïnterviewde.

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 

'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

Handelingswerkwoorden

Wat de persoon doet (handeling) tijdens het spreken.

* knikken, schateren, knipogen 

Hiermee maak je de tekst beeldend en persoonlijk. 

'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben,' knikt / schatert / knipoogt Anita. 

Werkmoment

Maken van 2.4: opdrachten 2, 4, 5, 7, 9.

Opdracht 2: theorie soorten verslagen

Opdracht 4: theorie citeren

Opdracht 5: toepassen op tekst 1

Opdracht 7: inversie

Opdracht 9: woordkeuze

Afsluiting

Hoe ver ben je  met je opdrachten?

Veel plezier op je stage.

Volgende week meenemen:

• vragen en antwoorden van je interview.
  
• In de les interview schrijven op iPad

Leg klaar

• je leesboek (vergeten => pak een boek van de kast)
• je iPad / aantekeningen

Planning

• Voorbeeld bekijken
  
• Van aantekeningen naar verslag
• Beoordelingsmodel
• Aan de slag: stap 1
• Vooruitblik

Les 3

www.scholieren.com

Stap 1

• Vul het schrijfplan in (model in studiewijzer).
• Begin met het schrijven van de kern.

Vooruitblik: stap 2/3/4

• Vul het schrijfplan in (model in studiewijzer).
• Begin met het schrijven van de kern.

Vervolg

• 2. Inleiding
• 3. Slot
• 4. Titel

Eerste les na de vakantie:

• 10 minuten schrijven
• feedbackronde

Leg klaar

• je leesboek (vergeten => pak een boek van de kast)
• je iPad / aantekeningen

Planning

• Hoe gaat het?
• Aan de slag: stap 2 en ....
  
• Vooruitblik

Les 4

Aan de slag: stap 2/3/4

• Vul het schrijfplan in (model in studiewijzer) (les 1)
• Begin met het schrijven van de kern. (les 1)

Vervolg

• 2. Inleiding
• 3. Slot
• 4. Titel

Eerste les na de vakantie:

• 10 minuten schrijven
• feedbackronde

Vooruitblik

Eerste les na de kerstvakantie:

• Je eerste versie van je verslag is af.
• In die les 10 minuten schrijven, daarna feedbackronde.
• Tweede les: verwerken feedback.
• Derde les: werken aan fictieopdracht