Vrienden

vrienden
Luisteren oefening 9
Welke vragen hoor je? 
Luisteren oefening 10
Geef antwoord.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

vrienden
Luisteren oefening 9
Welke vragen hoor je? 
Luisteren oefening 10
Geef antwoord.

Slide 1 - Diapositive

vrienden
Ik heb een vriend. 
Hij heet Mark. 
Hij is 14 jaar. 
Hij woont in mijn straat. 
Hij zit in mijn klas. 
Ik ken hem 2 jaar. 



Ik heb een vriendin.
Zij heet Anne. 
Zij is 15 jaar. 
Zij woont in Bulgarije. 
Ik ken haar al 10 jaar. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe zien ze eruit?
Hij is jong.  
Hij is jonger (dan ik).  
Ik ben oud.  
Ik ben ouder.  
Zij is klein.  
Zij is kleiner.
Hij is lang.  
Hij is langer.

Slide 3 - Diapositive

haar
Zij heeft kort haar. 
Zij heeft  blond haar. 
Zij heeft lang haar. 
Zij heeft donker haar.
Hij heeft geen haar. 
Hij is kaal.

Slide 4 - Diapositive

ogen
Zij heeft blauwe ogen.

Ik heb bruine  ogen.
Zij hebben een bril.

Slide 5 - Diapositive

haar
Hij heeft een baard.
Hij heeft een snor.

Slide 6 - Diapositive


A
Dit is een bril.
B
Dit is een snor.
C
Dit is een baard.
D
Dit is een kin.

Slide 7 - Quiz


A
Hij is grijs.
B
Hij heeft zwart haar.
C
Hij is kaal.

Slide 8 - Quiz


A
Zij hebben een baard.
B
Zij hebben een bril.
C
Zij hebben een snor.

Slide 9 - Quiz

Hij heeft een baard.
A
waar (true)
B
niet waar (false)

Slide 10 - Quiz


A
Zij hebben een baard.
B
Zij hebben een bril.
C
Zij hebben een snor.

Slide 11 - Quiz


A
Zij heeft blond haar.
B
Zij heeft lang haar.
C
Zij heeft wit haar.
D
Zij heeft zwart haar.

Slide 12 - Quiz


A
Zij heeft kort haar.
B
Zij heeft blond haar.
C
Zij heeft lang haar.
D
Zij heeft grijs haar.

Slide 13 - Quiz

Welke kleur ogen heb jij?

Slide 14 - Question ouverte

praten over vrienden - oefening 12/13
Hoe heet je vriend of vriendin?
Woont jouw vriend of vriendin in jouw straat?
Hou oud is jouw vriend of vriendin?
Zit jouw vriend of vriendin op jouw school?
Zit je in de klas naast jouw vriend of vriendin?
Woont jouw vriend of vriendin in Nederland? 
Hoe lang ken je jouw vriend of vriendin?

Slide 15 - Diapositive

beschrijf de mannen

Slide 16 - Diapositive

beschrijf de vrouwen

Slide 17 - Diapositive

praten over vrienden
Maak de oefening

Slide 18 - Diapositive