Oscilloscoop
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel signalen kun je tegelijkertijd meten met de oscilliscoop?
A
1
B
3
C
2
Slide 2 - Quiz
Wat doet de "trigger" als je die in het signaal plaatst?
A
Die zorgt dat het gemeten signaal "stil blijft staan"
B
Die verandert de tijdsinstelling
Slide 3 - Quiz
Een inductieve sensor werkt via
A
Drie kabels
B
Twee kabels
C
Vier kabels
Slide 4 - Quiz
De gemiddelde spanning is 9 volt
De bronspanning is 12 volt
Hoeveel % is de duty cycle?
De bronspanning is 12 volt
Hoeveel % is de duty cycle?
A
50%
B
25%
C
75%
Slide 5 - Quiz
Je kunt de tijdsinstelling (ms/d) voor kanaal A en B apart instellen
A
Kan wel
B
Kan niet
Slide 6 - Quiz
Welke systemen kun je uitlezen met een EOBD tester?
A
ABS
B
Motorregelapparaat
C
Boordnetregelapparaat
D
A, B en C zijn goed
Slide 7 - Quiz
Welke foutcode is een actuele code?
(Actief)
(Actief)
A
Lambdaregeling, bovenste grenswaarde overschreden
B
Turbodrukregeling, drukdaling (sporadisch)
C
MAP sensor, voedingsspanning onderbroken
Slide 8 - Quiz
Een passieve foutcode (nu niet actief) komt meestal door:
A
Defect regelapparaat
B
Probleem in bedrading / stekker
C
Kapotte sensor
Slide 9 - Quiz
Wat wordt bedoeld met "bewaking van een proces" in het motormanagement?
A
De regeleenheid grijpt in als het niet goed gaat
B
De regeleenheid zet alleen een foutcode of storingslampje
Slide 10 - Quiz
Als het gemeten lambdagetal 0,96 is dan:
A
Klopt ongeveer wel, niks aan doen
B
Is het mengsel te rijk
C
Is het mengsel te arm
Slide 11 - Quiz
Wat kan een oorzaak zijn van een te rijk mengsel?
A
Luchtfilter verstopt
B
Valse lucht
C
Injector opent niet meer
Slide 12 - Quiz
Wat kan een oorzaak zijn van een te arm mengsel?
A
Inlaatbuis lek (valse lucht)
B
Verkeerd octaangehalte getankt
Slide 13 - Quiz
Deze storing: "Koelvloeistoftemperatuursensor, onaannemelijk signaal"
A
Sensor defect
B
Thermostaat defect
