Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Formuleren H6: lastige verwijswoorden
Formuleren H6
Ik weet de regels voor het gebruik van de verwijswoorden hun/hen, dat/wat en waarmee/met wie.
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Formuleren H6
Ik weet de regels voor het gebruik van de verwijswoorden hun/hen, dat/wat en waarmee/met wie.
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
10 minuutjes lezen
Uitleg formuleren H6
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Lees onderstaande zinnen.
a. De slager
bij wie
wij inkopen, had paardenvlees als rundvlees verkocht.
b. Mijn zus kiest altijd die fitnessoefeningen
waarbij
je veel calorieën verbruikt.
c. Vrienden
aan wie
je je geheimen vertelt, moet je volledig kunnen vertrouwen.
d. Het boek
waaraan
de schrijver werkt, zal dit jaar uitkomen.
Slide 3 - Diapositive
Welke zin is correct?
A
De vrouw op wie Adrie zat te wachten, droeg een rode jurk.
B
De vrouw waarop Adrie zat te wachten, droeg een rode jurk.
Slide 4 - Quiz
Formuleren H6
'Wat'
gebruik je om te verwijzen naar:
- dat/datgene: 'Dat
wat
je nu beweert, lijkt mij volkomen onzinnig.'
- de onbepaalde voornaamwoorden: 'Alles
wat
de spion had gezien..'
- de overtreffende trap: 'Bungeejumpen is het spannendste
wat
ik ooit heb gedaan.'
- een hele zin: 'Het regent nu al vier dagen,
wat
erg slecht is voor de oogst.'
Slide 5 - Diapositive
Formuleren H6
Dat
gebruik je als je verwijst naar een zelfstandig naamwoord (een het-woord)
Het boek
dat
ik lees, is erg mooi.
--> dat verwijst naar boek
datgene
wat
erin staat, boeit mij erg.
-->wat verwijst naar datgene
Slide 6 - Diapositive
Formuleren H6
leer uit je hoofd:
dat(gene) wat
je ziet is, is mooi.
alles wat
je ziet, is mooi.
niets wat
je ziet, is mooi.
iets wat
je ziet, is mooi.
het enige wat
je ziet, is mooi.
het meisje
dat
je ziet, is mooi.
timer
3:00
Slide 7 - Diapositive
Dat is het leukste ... er is.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 8 - Quiz
Dat is iets ___ je niets aangaat.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 9 - Quiz
Is dat alles ... we nodig hebben?
A
wat
B
dat
Slide 10 - Quiz
De regeringspartijen wilden het voorstel [wat/dat] de oppositie deed, niet overnemen.
A
wat
B
dat
Slide 11 - Quiz
Formuleren H6
'Hen' gebruik je als
lijdend voorwerp
en na een
voorzetsel
:
'Rob en Maurice zouden eergisteren op vakantie gaan. Toch heb ik
hen
gisteren nog bij de supermarkt gezien.'
'Mijn oude boxen heb ik aan
hen
afgestaan.'
'Hun' gebruik je als meewerkend voorwerp:
'Mijn jongere broertjes wilden graag muziek op
hun
kamer. Daarom heb ik
hun
mijn oude cd-speler gegeven.'
(zonder voorzetsel)
Slide 12 - Diapositive
Formuleren H6
Let dus op! Twee dezelfde zinnen, maar toch een verschil!
De gastvrouw geeft
hun
iets te drinken. (hun = aan hen)
De gastvrouw geeft aan
hen
iets te drinken.
na voorzetsel, dus hen
Ik heb
hun
verteld wat het kost. (hun = aan hen)
Ik heb aan
hen
verteld wat het kost.
Slide 13 - Diapositive
Hij feliciteerde ... met ... nominatie
A
hen; hun
B
hun; hun
C
hen; hen
D
hun; hen
Slide 14 - Quiz
Ik ben gisteren met ... meegefietst en heb ... daarna getrakteerd op pizza.
A
hen/hun
B
hen/hen
C
hun/hen
D
hun/hun
Slide 15 - Quiz
Ik geef ____ een cadeau
A
hen
B
hun
Slide 16 - Quiz
Hun of hen?
Ik stel de vraag aan ...... .
A
hun
B
hen
Slide 17 - Quiz
Formuleren H6
Naar dieren en dingen verwijs je met
daar/waar+voorzetsel
(waarmee, waarvan),
naar mensen met
voorzetsel+wie
(met wie, van wie)
'De jongen
met wie
ik op vakantie ga, komt uit Apeldoorn, de auto
waarmee
we reizen, uit Utrecht.'
Slide 18 - Diapositive
Het mes ... ik de kip gesneden heb, moet grondig worden afgewassen.
A
met wie
B
waarmee
C
waarin
D
met wat
Slide 19 - Quiz
De jongen ... mijn zus verliefd is, kan erg goed voetballen.
A
waarop
B
op wie
Slide 20 - Quiz
Deze les:
Formuleren H6
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
AR1 Formuleren H6
Juin 2020
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1 h/v: Formuleren H6: lastige verwijswoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
AR1 Formuleren H6
Juin 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
8 april - lastige verwijswoorden
Mai 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
220422 formuleren H6
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
verwijswoorden en hen en hun 3F, leerjaar 2
Septembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
1 h/v : Herhalen Formuleren H1-6
Mai 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren H4, 5 en 6
Mai 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1