Framing

• onderwijskunde
• Beroepsopleiding

Kracht van taal

Framing

Leerdoelen

Je kent de begrippen denotatie, connotatie, eufemisme en dysfemisme

Je weet het verschil tussen denotatie en connotatie

Je kan voorbeelden geven van eufemisme en dysfemisme

Je kunt een negatief woord vervangen met een positief woord

Je kan bewuster nadenken over je eigen woordkeuze

Zeg niet niet

Niet aggresief - aardig, rustig

Niet snel - langzaam

Studievoorschot

1. Positief
2. Negatief
3. Neutraal
4. Weet niet/geen mening

Leenstelsel

1. Positief
2. Negatief
3. Neutraal
4. Weet niet/geen mening

Denotatie

Letterlijke betekenis

Connotatie

Gevoelswaarde

Positief

Neutraal

Negatief

Slank

Mager

Werkloos

Werkzoekend

Gehandicapte

Auto

Paard

Knol

Bezopen

Dronken

Eufemismen en dysfemismen

Synoniemen

Iemand uit een ander land die hier komt wonen

Vacaturetaal

Sales Engineer

Customer Care Manager

Outbound sales manager

Extra informatie

Sarah Gagenstein

Lera Boroditsky - Ted Talk