theorie

§5.1 Wat levert werken op?

De redenen waarom mensen willen werken, noem je arbeidsmotieven:
  • Loon
  • Sociale contacten
  • Tijdsbesteding
  • Nuttig bezig zijn
  • Opstap naar een betere baan, etc.

Werk waarvoor je een opleiding nodig hebt, noemen we geschoold werk.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

§5.1 Wat levert werken op?

De redenen waarom mensen willen werken, noem je arbeidsmotieven:
  • Loon
  • Sociale contacten
  • Tijdsbesteding
  • Nuttig bezig zijn
  • Opstap naar een betere baan, etc.

Werk waarvoor je een opleiding nodig hebt, noemen we geschoold werk.

Slide 1 - Diapositive

De individuele arbeidsovereenkomst en de CAO
De individuele arbeidsovereenkomst is een contract tussen werkgever en werknemer: hierin staan bijvoorbeeld de functie, het aantal uren en het loon

De collectieve arbeidsovereenkomst is een overeenkomst tussen werkgevers en vakbonden. Hier staan afspraken in voor elke werknemer in een bedrijfstak (bv. Horeca, Bouw, Onderwijs, ...)

Slide 2 - Diapositive

Loonheffing
Wie in loondienst werkt, betaalt loonheffing:
  • loonbelasting
  • premie volksverzekeringen

Brutoloon - loonheffing = nettoloon

De loonheffing is een inschatting van de te betalen inkomstenbelasting.

Slide 3 - Diapositive

Grijs werk        Zwart werk       Wit werk
Werken in de informele sector
  • Grijs werk: Huishouden, vrijwilligerswerk en mantelzorg
  • Zwartwerk (strafbaar)

Werken in de formele sector
  • Geregistreerd werk

Slide 4 - Diapositive

Minimumloon
In Nederland is een minimumloon van toepassing om uitbuiting te voorkomen.

De hoogte van het minimumloon is afhankelijk van je leeftijd. 

Slide 5 - Diapositive

2.2 Wat voor ondernemingen?

Productiesectoren:
  • primaire sector (langbouw, visserij, winning grondstoffen)
  • secundaire sector (industrie, bouw, ambachten)
  • tertiaire sector (commerciële dienstverlening)
  • quartiaire sector (niet-commerciële dienstverlening)

Slide 6 - Diapositive

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (iedereen heeft eigen taken)
  • Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
  • Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?

Slide 7 - Diapositive

Ondernemingsvormen
  • eenmanszaak
  • zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
  • vennootschap onder firma (vof)
  • besloten vennootschap (bv)
  • naamloze vennootschap (nv)

Slide 8 - Diapositive

Eenmanszaak
1.Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. 
2.De eigenaar kan personeel in dienst hebben.
3.Zakelijk en privé aansprakelijk
4.Betaalt over de winst inkomstenbelasting

Slide 9 - Diapositive


Een zzp-er heeft geen personeel. 

Verder werkt dit hetzelfde als de eenmanszaak qua aansprakelijkheid en belasting

Slide 10 - Diapositive

V.o.f.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten)
die samen de leiding hebben.
Dat is het enige verschil met een eenmanszaak.

Slide 11 - Diapositive

- Zakelijk en privé aansprakelijk
- Betalen inkomsten belasting over de winst.


DUS bij een eenmanszaak, zzp-er en Vof

Slide 12 - Diapositive

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.

Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald.
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.

Slide 13 - Diapositive

BV (Besloten Vennootschap)       NV (Naamloze Vennootschap)

  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst 
  • Niet iedereen kan aandelen kopen
  • Aandelen kunnen meer waard worden 
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders → dividend 
  • Failliet? → aandelen kwijt 

  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst 
  • Iedereen kan aandelen kopen   
  • Aandelen kunnen meer waard worden 
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders → dividend
  • Failliet? → aandelen kwijt

Slide 14 - Diapositive

§5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

Arbeidsmarkt:
  • vraag naar arbeid -> bedrijven en overheid
  • aanbod van arbeid -> mensen die werken of willen werken

Werkgelegenheid: alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en overheid.

Beroepsbevolking: mensen van 15 tot pensioenleeftijd die werken of op zoek zijn naar werk.

Slide 15 - Diapositive

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (iedereen heeft eigen taken)
  • Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
  • Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?
Algemene wet gelijke behandeling: geen onderscheid op basis van geslacht, religie, leeftijd of afkomst.

Flexibele baan: werken wanneer het bedrijf je nodig heeft (oproepkracht, uitzendkracht of zzp-er)

Arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname): het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking hoort. 

Slide 16 - Diapositive

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (iedereen heeft eigen taken)
  • Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
  • Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?
Rekenen deze paragraaf
Rekenen met procenten: 13a 

en 13b 70,5% van 17,4 miljoen
eerst 1% uitrekenen, daarna 70,5% 

hier is 17,4 miljoen 100%

Slide 17 - Diapositive