Diabetes QUIZ

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
klinisch redenerenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze quiz gaan we jullie kennis testen over hartfalen, depressie, versleten knieen en diabetes type 2. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor diabetes?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zijn de 3 bekendste diabetes soorten?
A
Type A, B en obesitas
B
Type 1, Type 2 en zwangerschapdiabetes
C
Type 1, Type 2 en Ouderdomsuiker
D
Zwangerschapdiabetes, type 2 en type3c

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij diabetes type 2 wordt er ...
A
... geen insuline aangemaakt.
B
...te weinig insuline aangemaakt en/of reageert het lichaam er niet meer goed op.
C
... wel insuline aangemaakt, maar wordt weer afgebroken.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn oorzaken van diabetes type 2?

Slide 6 - Question ouverte

Er zijn er 6:
  • Weinig lichaamsbeweging
  • Overgewicht
  • Ongezond eten
  • Roken
  • Ouder worden
  • Erfelijkheid

Bij een te hoge bloedsuikerwaarde spreken we van een hyper. (hypo is een verlaagde bloedsuikerwaarde).
Waaraan kun je dit herkennen?
A
Trillen, duizelig en zweten
B
Moeheid, dorst en vaak plassen
C
Onrustig, slecht zien, concentratieverlies

Slide 7 - Quiz

Symptomen van een ernstig verhoogde bloedsuiker zijn:
• steeds zwakker worden
• sufheid (of zelfs coma)
• moeilijk ademen (snel en/of diep)
• uitdroging
• overgeven

Voor iemand met diabetes type 2 is het belangrijk om aan bepaalde voedingsadviezen te houden.

Welke is niet goed?
A
3 maaltijden aanhouden en tussendoortjes beperken
B
Zout, suiker en alcohol beperken
C
Volkoren producten en onverzadigde vetten
D
Genoeg fruit en koolhydraatrijke voeding

Slide 8 - Quiz

Samengevat:
• Eet 3 maaltijden per dag, en alleen zo nodig een tussendoortje. Eet gevarieerd.
• Kies volkoren producten en onverzadigde vetten
• Beperk het gebruik van suiker, zout en alcohol.

Hartfalen is:
A
Verminderde pompfunctie hart
B
Hartkramp door zuurstofterkort
C
Een ander woord voor een hartaanval
D
Een beroerte

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij hartfalen?
A
Het hart pompt te weinig uit
B
Het hart pompt te weinig zuurstofrijk bloed weg
C
Het hart pomp teveel uit
D
Het hart kent ritmestoornissen.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn de symptomen bij hartfalen
A
vocht vasthouden
B
vermoeidheid
C
kortademigheid
D
spierpijn

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaan hartfalen?
A
Doordat je liefdesverdriet hebt.
B
Doordat het hart functie opeen niet functioneerd.
C
Doordat het hart moet revalideren van een hartoperatie.
D
Doordat de pompfunctie steeds slechter wordt.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor Hartfalen is
A
hartinsufficiëntie
B
decompensatio cordis
C
Acitis
D
Oedeem

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de zorg kom je zorgvragers tegen met verschillende psychische problemen. Een van die problemen is depressie.

Welke definitie past het best bij de term depressie?
A
Depressie is een psychotische stoornis waarbij interesses verloren gaan
B
Depressie is een sombere periode waarvan de oorzaak ziekte en eenzaamheid zijn
C
Depressie is een stemmingstoornis waarbij je langdurig somber bent

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Depressie komt bij bijna alle leeftijden voor.
Wat kan het signaleren van een depressie bij ouderen lastig maken?
A
Gezelschap verbetert de stemming vaak bij ouderen
B
Ouderen benoemen somberheid eerdere als eenzaamheid
C
Over sombere gevoelens praten doen alle ouderen niet
D
Ouder worden en somberheid horen bij elkaar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zorgproblemen kun je vaak tegen komen bij een depressie?
A
Het slaap- en waakritme is omgedraaid
B
Vochtbalans is verstoord
C
Communicatie loopt stroef
D
Verminderde daginvulling

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je als VZ-IG/VP klachten helpen verminderen bij een depressie?
A
De zorg van de zorgvrager overnemen
B
Samen verandering in levensstijl doorvoeren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van versleten knieën?
A
Osteoporose
B
Artrose
C
Reumatoïde artritis

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen van versleten knieën?
A
Zwelling en roodheid rond het gewricht
B
Pijn bij het bewegen of belasten van het kniegewricht
C
Beperkte bewegingsmogelijkheid van de knie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende maatregelen kan helpen bij het verlichten van symptomen van versleten knieën?
A
Regelmatige lichaamsbeweging, zoals wandelen of zwemmen
B
Langdurig gebruik van pijnstillers zonder medisch advies
C
Overmatig rusten en het vermijden van fysieke activiteit
D
Het negeren van de symptomen en hopen dat ze vanzelf verdwijnen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions