1.8 spelling (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hallo allemaal

- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten

- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel

- Ga alvast lezen in je leesboek

Lezen

Huiswerk check

Zijn er nog vragen bij bepaalde opdrachten. 

2.5: grammatica

korte terugblik

Waarom zijn leestekens in een tekst belangrijk

Welke leestekens ken je? Wanneer gebruik je deze?

Lesdoelen 

In deze paragraaf herhaal je:

• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spelt;

• hoe je deze leestekens goed gebruikt; punt, komma, uitroepteken, vraagteken.

In deze paragraaf leer je:

• hoe je aanhalingstekens goed gebruikt;

• tien dicteewoorden.

§1.8

Voorkennis

5 woorddictee. Schrijf de woorden in je schrift. 

Wat weet je van de directe en indirecte rede?

Dubbele punt en aanhalingstekens

Directe rede: als je in een tekst precies de zin opschrijft wat iemand zegt. 

Die zin begint met een hoofdletter en staat dan altijd tussen aanhalingstekens. Een dubbele punt geeft aan waar die zin begint. 

Tessa zei: "Ik kom iets later, lekker band!"

Een zin kan ook beginnen met de direct rede. Dan eindigt de direct rede met een komma. 

 

"Dat is al de derde keer," verzuchtte Tarik. 

Aan het werk

Hoofdstuk 1, §1.8 spelling, opdr 7 en 10 (10 alleen)

Klaar? 

1. nakijken
2. woorden oefen met de woordtrainer of lezen in je leesboek

Niet klaar? dan is dit je huiswerk

Afsluiting

opdracht 9

(evt. opdr bespreken)

Huiswerk

Hoofdstuk 1, §1.8 spelling, opdr 7 tm 10 en nakijken