Anatomie en pathologie urinewegen

Oefenen met de urinewegen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met de urinewegen

Slide 1 - Diapositive

Ureter
Urethra
Ren
Vesica Urinaria

Slide 2 - Question de remorquage

Hoe is het mogelijk dat wij als volwassene onze plas kunnen ophouden?
A
Door de inwendige kringspier aan te spannen
B
Door de uitwendige kringspier aan te spannen
C
Door een klepje in de urine buis die we met onze wil beïnvloeden
D
geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 3 - Quiz

Hier zie je een Nefron, een filtertje uit de nieren waar we er wel 2 miljoen van hebben. Sleep de juiste naam naar de juiste plek
Verzamelbuisje
Lis van Henle
Glomerulus
Kapsel van bowman

Slide 4 - Question de remorquage

Noem drie functies van water in ons lichaam

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit hoe de mictie reflex verloopt

Slide 6 - Question ouverte

Nachtelijk plassen
Urine productie >2000 ml per dag
Urine productie < 50 ml per dag
Plaats de onderstaande begrippen bij de juiste beschrijving
.

.

Nycturie
Anurie
Poly urie

Slide 7 - Question de remorquage

Bij welk soort onderzoek kijkt men naar micro-organismen en bloedcellen in de urine?
A
Klinisch-chemisch onderzoek
B
Macroscopisch onderzoek
C
Microscopisch onderzoek
D
biologisch onderzoek

Slide 8 - Quiz

Hoeveel liter urine plassen we per dag ongeveer uit?
A
1 liter
B
2 liter
C
5 liter
D
180 liter

Slide 9 - Quiz

Niet kunnen plassen

Hoge bloeddruk

Vorming van urine

Vulva

Urine retentie

Vocht te kort
.

.

.

.

.

Schede
Hypertensie
Achterblijven van urine
Anurie
Dehydratie
Diurese

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is GEEN bestanddeel van normale urine?
A
Glucose
B
Urobiline
C
Water
D
Ureum

Slide 11 - Quiz

Noem drie functies van water in ons lichaam

Slide 12 - Question ouverte

Urineren
  • De blaasdriehoek zorgt voor het mictiereflex
  • De inwendige sluitspier is niet beïnvloedbaar met onze wil
  • Uitwendige sluitspier is beïnvloedbaar
  • 1,5- 2 liter urine per dag
  • 3-6 micties per dag

Slide 13 - Diapositive

Wat doet het Hormoon ADH?
A
Zorgt er voor dat de nieren minder urine aanmaken
B
Zorgt ervoor dat onze hersenen een signaal krijgen om WEL te plassen
C
Zorgt er voor dat de nieren meer urine aanmaken
D
Zorgt er voor dat onze hersenen een signaal krijgen om NIET te plassen

Slide 14 - Quiz

De inwendige kringspier van de blaas kunnen we willekeurig aanspannen om zo onze plas op te houden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Nachtelijk plassen
Urine productie >2000 ml per dag
Urine productie < 50 ml per dag
Plaats de onderstaande begrippen bij de juiste beschrijving
.

.

Nycturie
Anurie
Poly urie

Slide 16 - Question de remorquage

Een fistel
Een fistel is een onnatuurlijke verbinding tussen 2 holle organen of tussen een hol orgaan en de buitenwereld (huid).
  • Kan tussen veel verschillende organen ontstaan
  • Ontstaan meestal na een ontsteking
  • Meest voorkomende is perianale fistel
  • Altijd operatief verwijderen

Slide 17 - Diapositive

Wat zou een oorzaak kunnen zijn voor bruin gekleurde urine?
A
Voeding
B
Fistel
C
Bloeding in de blaas
D
Urineweginfectie

Slide 18 - Quiz

Iemand met een ontregelde suiker heeft een vergroot risico op een urineweg infectie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Je cliënt is ziek, hij heeft de buikgriep. Meneer spuugt een heeft diarree.
Je hebt het vermoeden dat je cliënt misschien wel is uitgedroogd. Wat zijn hiervan de verschijnselen?
A
Urine is licht van kleur, verminderde huid turgor, benauwdheid
B
Benauwdheid, hoesten, donker gekleurde urine
C
Donker gekleurde urine, koude handen en voeten, verminderde huid turgor
D
Koude handen en voeten, benauwd, misselijk

Slide 20 - Quiz

Op welke manieren kunnen we een vochtbalans meten? Noem er 2

Slide 21 - Question ouverte

Het is buiten 30 graden en je bent niet zo'n goede drinker. Wat gebeurd er met de productie van ADH?
A
Je lichaam produceert meer ADH
B
Je lichaam produceert minder ADH
C
De productie van ADH veranderd niet

Slide 22 - Quiz

...............     is een prikken voor de hypofyse om meer ADH af te geven


ADH Stimuleert de nierbuisjes om ...................... te resorberen


Dat leidt tot ..............
Vul de ontbrekende woorden in
Meer vocht
Weinig vocht in het lichaam
Toename van vocht in het lichaam

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe kan het dat bij oude mannen vaak na het plassen nog wat urine in de blaas achter blijft?
A
Hoger spanning van de bekkenbodem spieren
B
Hogere spanning van de inwendige sluitspieren
C
Ze nemen niet de tijd om te plassen
D
Vernauwde plasbuis

Slide 24 - Quiz

Leg uit wat we bedoelen met een opstijgende urineweg infectie

Slide 25 - Question ouverte

Wat bedoelen we met een resistentie onderzoek?

A
Onderzoek gericht op de ongevoeligheid van een micro organisme
B
Een urine sediment
C
Een kwantitatief onderzoek van de urine
D
Een microscopisch onderzoek van de urine

Slide 26 - Quiz

Wat houdt macroscopisch onderzoek van urine in?
Controle.....
A
Op micro organismen, gisten en schimmels
B
met een combur 10 stickje
C
Kleur, geur, helderheid
D
Op hoeveelheid urine in 24 uur

Slide 27 - Quiz

Noem vier verschijnselen van een blaasontsteking

Slide 28 - Question ouverte

Leg het verschil uit tussen een positief en een negatief vochtbalans

Slide 29 - Question ouverte

Als je een urine monster afneemt bij een cliënt die verdacht wordt van een blaasontsteking, moet je het altijd in de koelkast bewaren.
Waarom is dat?
A
Buiten de koelkast gaan gisten en schimmels dood, dit maakt het onderzoek onbetrouwbaar
B
Buiten de koelkast vermenigvuldigen micro-organismen zich en maakt het onderzoek onbetrouwbaar
C
Om het stinken van de urine tegen te gaan
D
Het is makkelijk, zo heb je alle urine potjes bij elkaar

Slide 30 - Quiz