Zinsontleding - naamwoordelijk gezegde


Wanneer is een zinsdeel een voorzetselvoorwerp?
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Wanneer is een zinsdeel een voorzetselvoorwerp?

Slide 1 - Question ouverte

Bedenk een zin met een voorzetselvoorwerp

Slide 2 - Question ouverte


Benoem het onderstreepte zinsdeel:
Wie wil je allemaal een uitnodiging mailen?

Slide 3 - Question ouverte

Leg het verschil uit tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.

Slide 4 - Question ouverte

Leg het verschil uit tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijstelling

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf van beide zinnen de werkwoorden op:
De profielfoto van Brigitte is sinds gisteren veranderd.
De profielfoto is erg origineel

Slide 6 - Question ouverte

De profielfoto van Brigitte is erg origineel.
Is = koppelwerkwoord
Een koppelwerkwoord kan niet voorkomen in een werkwoordelijk gezegde.

Als er een koppelwerkwoord in de zin staat, is er een NAAMWOORDELIJK gezegde.
Werkwoordelijk deel: is (persoonsvorm)
Naamwoordelijk deel: erg origineel (gekoppeld aan het
onderwerp) 

Slide 7 - Diapositive

Dat boek is interessant

Slide 8 - Question ouverte

Je boodschap is mij duidelijk geworden

Slide 9 - Question ouverte

Huiswerk voor dinsdag
Blok 4 grammatica maken opdracht 3, 4 en 5
leren theorie in het gele blok op blz. 170

Slide 10 - Diapositive