Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spreekwoorden Nederlands
Spreekwoorden
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spreekwoorden
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van deze les:
*Heb je geoefend met een aantal spreekwoorden
*Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden
*Heb je een quiz gemaakt met een aantal spreekwoorden in
Slide 2 - Diapositive
Wat is een spreekwoord?
Een
spreekwoord
is een korte, krachtige uitspraak die een
(volks)wijsheid
,
een
collectieve ervaring
of
morele opvatting
weergeeft.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Wat betekent:
De appel valt niet ver van de boom?
A
Iemand is altijd boos op zijn ouders
B
Appels vallen naast appels en niet naast peren
C
Iemand lijkt heel erg op zijn ouders
D
Ieder familielid lijkt op elkaar
Slide 6 - Quiz
Wat betekent:
Appels met peren vergelijken?
A
2 verschillende dingen met elkaar vergelijken
B
Iets oneerlijk vinden omdat je buurman dat wel mag
C
Appels en peren in een mand doen
D
2 verschillende dingen tegen iemand zeggen
Slide 7 - Quiz
Wat betekent dit plaatje?
A
Met je rugzak op pad
B
Als de kat van huis is gaat de hond op pad
C
Alle wegen leiden naar Rome
D
wandelend naar Rome
Slide 8 - Quiz
Vul in.
Lachen als een boer met...
A
Tanden
B
kiespijn
C
aardappelen
D
werk
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten
A
Als je iets fout doet krijg je klappen
B
Als je iets fout doet komt het wel weer goed
C
als je je verbrandt doet het heel erg pijn
D
als je iets fout doet moet je zelf de gevolgen dragen
Slide 10 - Quiz
Wat betekent:
Wie goed doet, goed ontmoet?
A
als je goede dingen doet gaat alles vanzelf
B
als je aardig bent naar andere doen zij vervelend naar jou
C
als je goed bent voor anderen zijn zij ook goed voor jou
D
als je slim bent ontmoet je slimme mensen
Slide 11 - Quiz
wat betekent:
Een man en man, een woord een woord
A
je beloftes nakomen
B
Tegen iedereen het zelfde zeggen
C
Alleen met mannen praten
D
opscheppen
Slide 12 - Quiz
wat betekent:
Een ezel stoot zich niet 2 keer aan dezelfde steen?
A
Een fout steeds weer opnieuw maken
B
Een fout niet weer opnieuw maken
C
tegen een steen oplopen
D
2 keer hetzelfde eten
Slide 13 - Quiz
Maak het spreekwoord af:
Op alle slakken...
A
Sla leggen
B
Plassen
C
Zout leggen
D
Peper strooien
Slide 14 - Quiz
Maak het spreekwoord af:
het geluk...
A
is met de dieren
B
is met de slimme mensen
C
is met de domme
D
is met het weer
Slide 15 - Quiz
Studiemeter
Starttaal online
Via Vervolg
Thema 1: Sport
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spreekwoorden Nederlands
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Spreekwoorden Nederlands
Octobre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Spreekwoorden Nederlands
Décembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Spreekwoorden Nederlands
Mars 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
werkwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
§3.5 Woorden
il y a 8 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
do 21-1-21 Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
Janvier 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6-8
Via Vervolg thema 1 sport - les 1 'belangrijke woorden'
Janvier 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4