Les 1 welkom & tekstdoelen - Manja

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom M2

Vandaag:  

- docent stelt zich voor

- iets kort over jezelf

- wat gaan we doen met Nederlands? 

- regels

- start met Numo

     Mevrouw Willemse (WSE)

Docent Nederlands

       (ook psychologie gestudeerd)

Getrouwd, drie kinderen.

Houdt van: lezen, 

zwemmen, koken, 

eten.  

     Deze vakantie gelezen o.a. 

Jij

Je naam?

Welke/hoeveel talen spreek je goed? 

Wat heb je gelezen deze zomer? 

Welke serie of film heb je gezien deze vakantie? 

Nederlands

Maar 2 uur per week.

Dus.... veel zelf doen.

Wees zuinig op je docent: er zijn er te weinig!

NUMO: leerplan. 

Boek lezen. 

Wat telt mee?! 

Voor je rapport en om over te gaan naar jaar 3:

1. PTO-toets en DIA-taal

2. Fictie-opdracht 

3. Referentietoetsen o/v/g

4. NUMO o/v/g

Regels 

NUMO maak je, het boek lees je, huiswerk maak je 

Je laptop is opgeladen als je in de les bent

Je hebt je boek + je laptop altijd bij je bij Nederlands

Als ik praat, ben jij stil (óók als ik heel veel praat) 

Je gebruikt je eigen naam in Lessonup (zonder emoticons) 

Numo                                      23-24

Drie leerplannen (op weg) naar 2F:

Grammatica

Spelling 

Woordenschat

Elke week eraan werken

Komt (ook) in Magister

Onvoldoende vooruitgang = onvoldoende

Numo inloggen

Naam: leerlingnummer

Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer
Kom je erin?
Waar kun je in werken?

PTO-1

 Kern 1, 2, 9, 10, 12, 29, 33, 45, 71 

& DiaPlus

Fictie-opdracht over Kern 7 en 20

Numo

Referentoets

Op tafel

Op tafel: 

boek

map 

pen/potlood

(telefoon in zwarte zakkie)

Agenda 

Uitleg hoofdstuk 1 

(ca 10 minuten)

Aan de slag (opdrachten uit boek) 

Bespreken

 

Start hst 1

Leerdoel: 

Je herhaalt/leert welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst (waarom schrijft een schrijver een tekst?)

Tekstdoelen

Een schrijver, journalist of webdesiger bedenkt vooraf wat hij of zij wil bereiken met zijn tekst. 

Hij of zij bedenkt waarom die tekst geschreven wordt. 

Dat noem je een tekstdoel. 

..Maar als jij het vervolgens leest is niet altijd 

duidelijk welk doel deze schrijver had. 

Daarom is het goed te weten welke doelen er zijn, 

zodat je ze  zou kunnen herkennen. 

 6 tekstdoelen blz. 6

Informeren

Instructie geven

Overtuigen

Activeren

Amuseren

Beschouwen

Boek Blz. 6 

1. In tweetallen werken en bespreken. 
2. Lees blz 6 goed door.
3. Beschrijf twee tekstdoelen in je eigen woorden. Je mag je boek gebruiken. 
4. De docent geeft aan welke jij moet beschrijven. 
5. Over 10 min vertellen jullie de klas wat deze tekstdoelen betekenen en geef je twee voorbeelden van teksten bij dat tekstdoel. 

Vraag 1 

 a activeren T1

b amuseren

c informeren

d beschouwen

e overtuigen

f instructie geven

g beschouwen

h informeren

i amuseren 

Vraag 4/5

vraag 4:  A, C en D. 

vraag 5: 

A: De tekst bevat feitelijke informatie over de salades van Optimel. T2

C: De schrijver van de tekst geeft argumenten waarom de salades van Optimel zo gezond en lekker zijn.

D: De schrijver van de tekst wil de lezer aanzetten om de salades van Optimel te kopen: ‘Probeer...eens’.

Aan de slag 

Hst 1 maken vraag 1, 4, 5, 6 van blz 6 en 7 

Aanwezigheid opgenomen?

Huiswerk in Magister en Plenda 

Vraag 6

a Beschouwen: ‘Maar’ en ‘echter’ geven tegenstellingen aan en in beschouwende teksten worden bepaalde zaken tegenover elkaar gezet.

b Overtuigen: ‘Omdat’ geeft een reden of argument aan en in overtuigende teksten worden argumenten gegeven bij een mening.

c Instructie geven en activeren: Bij instructie geven zegt de schrijver wat de lezer moet doen n in activerende teksten wil de schrijver de lezer aanzetten om iets te doen of kopen. Dat gebeurt allebei vaak in de gebiedende wijs.

.

Vraag 6

d Informeren en overtuigen: In informerende teksten worden vooral feiten beschreven. Iets

wat door wetenschappelijk onderzoek is aangetoond, wordt als feitelijk gezien. In overtuigende teksten kan wetenschappelijk onderzoek als argument voor iets worden gebruikt.

e Overtuigen, en activeren: Bij deze tekstdoelen wil je graag weten of de schrijver partijdig of neutraal is. De schrijver wil de lezer namelijk overtuigen van een bepaalde mening of om iets te doen of kopen. Als je weet wie de schrijver is, weet je vaak beter waarom hij je wil overtuigen.

Welkom M2a

Vandaag hst 1

- nakijken huiswerk

- start Numo

- voorlezen

Je hebt geoefend met tekstdoelen herkennen in het huiswerk 

Huiswerk 

Let op: volgende week vrijdag heb je al een uur gewerkt aan Numo

Leerplan 'werkwoordspelling' staat open 

Als het goed is..

Weet je weer welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst en kun je er zes noemen en herkennen.

 (waarom schrijft een schrijver een tekst?).

Numo 

Elke week 45 minuten werken aan je sprongtoets op gebied van Grammatica

Als je voor woensdag aan het einde van het 10e uur   niet aan je Numo hebt gezeten= HV 

> 2x vergeten is 'o' op rapport

70%

70% dus