Introductieles wonen Disk

Disk thema "wonen"
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Disk thema "wonen"

Slide 1 - Diapositive

Introductie en doel van de les 
wonen

Dit hoofdstuk gaat over wonen.

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 2 - Diapositive

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 3 - Diapositive

wonen

Slide 4 - Carte mentale

afwassen
Met water schoonmaken

Als jij de borden afwast, zal ik ze afdrogen.

Na het eten wassen we samen af.

Slide 5 - Diapositive

de bank
een meubel waarop je met meer personen kunt zitten.

Vanavond kijken we samen op de bank naar de televisie.

Slide 6 - Diapositive

het bureau
een tafel om aan te schrijven of te werken.

Ali maakt zijn huiswerk altijd aan zijn bureau.

Slide 7 - Diapositive

de buurman - 
de buurvrouw-de buren
de man - vrouw - mensen die naast je woont / wonen

De buurman kwam vragen of we even wilden helpen.

Slide 8 - Diapositive

het schilderij
een kunstwerk dat door een schilder is gemaakt

Aan de muur hangt een schilderij van een landschap.

De Nachtwacht is een beroemd schilderij.

Slide 9 - Diapositive

het bureau
de buurman
de bank
afwassen
het schilderij

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is dit?
A
de bank
B
de tafel
C
het bureau
D
het kantoor

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?

A
de bank
B
het bureau
C
het hout
D
binnenkort

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met
"bank"

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin met
"afwassen"

Slide 14 - Question ouverte

het hout
materiaal waaruit bomen bestaan

Deze kast is van hout gemaakt.

Slide 15 - Diapositive

de droom
wat je in gedachten beleeft als je slaapt

Vannacht had ik een droom. Ik droomde dat ik kon vliegen.

Slide 16 - Diapositive

het gordijn


 

stuk stof dat voor het raam hangt

Als het donker wordt, doen we de gordijnen dicht.

Slide 17 - Diapositive

de natuur

 

alles om je heen wat niet door mensen gemaakt is

Als ik vrij heb, wandel ik graag in de natuur.

Slide 18 - Diapositive

de douche

 

ding met gaatjes waar water uit komt

Na het sporten ga ik altijd onder de douche.

Slide 19 - Diapositive

Deze jongen is aan het.....

A
bomen
B
dromen
C
lopen
D
domen

Slide 20 - Quiz

het gordijn
de douche
de natuur
de droom
het hout

Slide 21 - Question de remorquage

Maak een zin met
"(de) douche".

Slide 22 - Question ouverte

Deze tafel is gemaakt van....
A
plastic
B
goud
C
papier
D
hout

Slide 23 - Quiz

Wat is dit?

Slide 24 - Question ouverte

Maak de zin af:
Ik wandel graag ..............
A
onder de douche
B
op de kast
C
achter de bank
D
in de natuur

Slide 25 - Quiz

huren


 

geld betalen om iets van iemand anders te gebruiken 

Mijn ouders huren ons huis.

Op vakantie huur ik altijd een auto.

Slide 26 - Diapositive

de reclame


 

zeggen dat iets heel goed of mooi is om het te verkopen

Reclame maken voor sigaretten mag niet.

Op de televisie zag ik reclame voor de Lidl.

Slide 27 - Diapositive

de woning


 

een gebouw dat bedoeld is om in te wonen

Het is in deze tijd moeilijk om een woning te vinden.

Het stel is op zoek naar een woning.

Slide 28 - Diapositive

de verdieping


 

de ruimte tussen de vloer en het plafond in een gebouw

De flat heeft tien verdiepingen.

De badkamer is op de tweede verdieping.

Slide 29 - Diapositive

binnenkort
snel / binnen korte tijd

Binnenkort gaan we verhuizen.

Slide 30 - Diapositive

S N E L
binnenkort
de woning
huren
de reclame
de verdieping

Slide 31 - Question de remorquage

Binnenkort is.......
A
Nog heel lang niet
B
nooit
C
gisteren
D
snel

Slide 32 - Quiz

Maak een zin met
"huren".

Slide 33 - Question ouverte

Wat is GEEN woning
A
een winkel
B
een huis
C
een flat
D
een villa

Slide 34 - Quiz

Noem minimaal twee woorden die met "reclame" te maken hebben.

Slide 35 - Question ouverte

Maak de zin af:
Die flat heeft tien ...........
A
huizen
B
verdiepingen
C
buren
D
gordijnen

Slide 36 - Quiz

Maak oefening 1, 2 en   
3 op bladzijde 31 en 32 
van je boek.

Werk samen!!!

Ben je klaar? Maak 
dan oefening 7 en 8
op bladzijde 35.

Slide 37 - Diapositive