le 20 février

Le 20 février
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 6 min

Éléments de cette leçon

Le 20 février

Slide 1 - Diapositive

programme du 20 février
- SO ??
- poll: tes vacances
- les articles
- les adjectifs
- les verbes: ex. 2f
- écrire

Slide 2 - Diapositive

4. J'ai aimé mes vacances de Carnaval.
VRAI
PAS VRAI

Slide 3 - Sondage

5. J'ai célébré le carnaval.
VRAI
PAS VRAI

Slide 4 - Sondage

6. Pour le carnaval j'étais déguisé(e) en ...

Slide 5 - Carte mentale

7. Je suis allé(e) à l'étranger pendant les vacances passées.
VRAI
PAS VRAI

Slide 6 - Sondage

8. Pendant les vacances j'ai travaillé/appris pour l'école.
pas du tout
un peu
beaucoup

Slide 7 - Sondage

9. La chose la plus amusante que j'ai faite pendant les vacances, c'est ...

Slide 8 - Question ouverte

Stof 2e SO 
- voc C, D, E (F-N)
- delend lidwoord + uitzonderingen (DE HOBbit-regel, algemening-regel)
- Adjectifs (vorm & plaats)
- De onregelmatige werkwoorden: venir, dire, savoir, voir, lire, devoir

Slide 9 - Diapositive

les articles (les règles)
a. Standaard (als je geen lidwoord in het NL hebt:
mannelijk/vrouwelijk/voor klinker & meervoud
b. Uitzondering 1: DE HOBbit-regel. Wanneer geldt deze regel (noem de drie situaties). Alle vormen van a. vernaderen dan in ...
c. de algemening-regel. Wanneer geldt deze regel en wat voor lidwoorden gebruik je in dit geval?

timer
4:00

Slide 10 - Diapositive

programme du 19 février
- Taaldorp ? Vacances ? 
- corriger 15, 16  
- écouter 5
- commencer 16de, 17


Slide 11 - Diapositive

programme du 19 février
- Taaldorp ? Vacances ? 
- corriger 15, 16  
- écouter 5
- commencer 16de, 17


Slide 12 - Diapositive

Les adjectifs
1. Une (groot)...............................piscine................................
3. Le (oud)...............................train................................
4. Un (mooi)...............................fille................................
5. Un (groot)...............................cadeau................................
6. Des (gele)...............................chaussures................................
7. Une (aardig)...............................fille................................
8. Des (goede)...............................vacances................................

Slide 13 - Diapositive

Les adjectifs 2
1. Une (oud)...............................piscine................................
3. Le (groot)...............................train................................
4. Une (aardig)...............................fille................................
5. Les (mooie)...............................cadeaux................................
6. Des (nieuw)...............................chaussures................................
7. Une (aardig)...............................fille................................
8. Des (gek)...............................vacances................................

Slide 14 - Diapositive

Beschrijf jezelf:
Je geeft een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van jezelf of je beste vriend(in). Gebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:
- Groot/klein.
- Kleur haar/ogen.
- Lang haar, kort haar, krullen, stijl.
- Welke kleding draag(t) je/hij/zij op dit moment ?
- Welke kledingstijl heb je/heeft hij/zij?
- Is uiterlijk/ kleding belangrijk voor je/hem/haar; besteed(t) je/hij/zij er veel tijd aan?
- Je mag ook juist je/zijn/haar karakter beschrijven (hoe zien je vrienden je?).

Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

Slide 15 - Diapositive

Beschrijf je familie:
Je geeft een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van je familie. Gebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:
. Je kan onderstaande punten ter inspiratie gebruiken:
- Met wie woon je in huis?
- Je kan individuele familieleden beschrijven: leeftijd, uiterlijk, karakter.
- Kunnen jullie het goed samen vinden? Wat doen jullie samen (of juist niet)?
- Is familie belangrijk voor je?

 
Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

Slide 16 - Diapositive

Devoirs
- finis 2f
- écrire maak 2x opdracht uit de les af
- répète voc B

(nog in Magister)

Slide 17 - Diapositive

corriger ensemble : 15d, 16c 

Slide 18 - Diapositive

load je foto van de creatieve opdracht met de "phrase bizarre" hier op

Slide 19 - Question ouverte

apprends 5 min
- les verbes 100%
   après:
- les mots de Chaperon Rouge pour 100%
  après:
- une list de Quizlet > Magister studiewijzer

timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Chaperon Rouge

Slide 21 - Diapositive

Devoirs 1GY2
Deze en volgende les:

- apprends ton rôle de Chaperon Rouge pour 100%

Slide 22 - Diapositive