le 11 mars

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Le 11 mars

programme du 11 mars

- minitest voc D (p. 147)

- corriger test d'écriture formatif

- les adjectifs

- Qui suis-je

- (parler)

mini test voc D p. 147

1. C'est comme* mon corps fait la cuisine et mon coeur boit quelque chose dans ma chambre avec toi.

2. En plus, les gens prenaient toujours le déjeuner dehors pendant la récréation. 

*comme = net als/alsof

test d'écriture formatif

Schrijf een stukje over jouw vakantie.  Gebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:

- Wat heb je met Carnaval gedaan (met wie/wanneer/waar)?  Beschrijf je outfit.

- Wat heb je in de andere dagen gedaan (met wie, hoe vaak, waar, wanneer)?

- Was het een leuke vakantie? Wat was wel/niet leuk?

- Heb je nog iets voor school gedaan (wat/waarom/hoe)?

1. Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

2. Heb je bij elke zin 1 persoonsvorm (nooit 0 of 2)?

3. Heb je overal een lidwoord?

Les adjectifs

1. Une (groot)...............................piscine................................

3. Le (oud)...............................train................................

4. Un (mooi)...............................fille................................

5. Un (groot)...............................cadeau................................

6. Des (gele)...............................chaussures................................

7. Une (aardig)...............................fille................................

8. Des (goede)...............................vacances................................

Les adjectifs 2

1. Une (oud)...............................piscine................................

3. Le (groot)...............................train................................

4. Une (aardig)...............................fille................................

5. Les (mooie)...............................cadeaux................................

6. Des (nieuw)...............................chaussures................................

7. Une (aardig)...............................fille................................

8. Des (gek)...............................vacances................................

programme du 11 mars

- minitest voc D (p. 147)

- corriger test d'écriture formatif

- les adjectifs

- Qui suis-je

- (parler)

Qui suis-je

- C'est un(e) garçon/fille?

- il/elle porte ...

- il/elle est grand(e)/petit(e)

- il/elle a les yeux/cheveux ...

- il/elle fait du foot/hockey/...

parler Carnaval

parler Carnaval

- C'est qui sur cette photo ?

- Il/elle célèbre le Carnaval où ?

- En quoi est-il/elle déguisé(e)?

- Qu'est-ce qu'il/elle fait avec le poisson?

Devoirs

Bonne chance pour la semaine de tests!

Beschrijf jezelf:

Je geeft een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van jezelf of je beste vriend(in). Gebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:

- Groot/klein.

- Kleur haar/ogen.

- Lang haar, kort haar, krullen, stijl.

- Welke kleding draag(t) je/hij/zij op dit moment ?

- Welke kledingstijl heb je/heeft hij/zij?

- Is uiterlijk/ kleding belangrijk voor je/hem/haar; besteed(t) je/hij/zij er veel tijd aan?

- Je mag ook juist je/zijn/haar karakter beschrijven (hoe zien je vrienden je?).

Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

Beschrijf je familie:

Je geeft een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van je familie. Gebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:

. Je kan onderstaande punten ter inspiratie gebruiken:

- Met wie woon je in huis?

- Je kan individuele familieleden beschrijven: leeftijd, uiterlijk, karakter.

- Kunnen jullie het goed samen vinden? Wat doen jullie samen (of juist niet)?

- Is familie belangrijk voor je?

 

Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

corriger ensemble : 15d, 16c 

load je foto van de creatieve opdracht met de "phrase bizarre" hier op

apprends 5 min

- les verbes 100%

   après:

- les mots de Chaperon Rouge pour 100%

  après:

- une list de Quizlet > Magister studiewijzer

Chaperon Rouge

Devoirs 1GY2

Deze en volgende les:

- apprends ton rôle de Chaperon Rouge pour 100%