5.2 Organismen

Organisatieniveau: organismen
  • deze paragraaf gaat over ecologisch onderzoek op het niveau van organismen
  • abiotische invloeden en biotische invloeden op organismen
  • lees de tekst van p.92-93
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Organisatieniveau: organismen
  • deze paragraaf gaat over ecologisch onderzoek op het niveau van organismen
  • abiotische invloeden en biotische invloeden op organismen
  • lees de tekst van p.92-93

Slide 1 - Diapositive

welke 4 abiotische factoren bepalen het klimaat?

Slide 2 - Question ouverte

Noordzee
weiland
weinig temperatuurschommelingen
sterke temperatuurschommelingen
beperkte lichtintensteit
grote schommelingen in lichtintensiteit
grote diversiteit aan soorten
beperkte diversiteit aan soorten
kans op droogte
constant vochtgehalte
diversiteit aan plantensoorten
voornamelijk algen

Slide 3 - Question de remorquage

bouw en aanpassingen van bladeren aan droogte

Slide 4 - Diapositive

droge omgeving
vochtige omgeving
grote bladeren
kleine, dikke bladeren
veel huidmondjes/cm2
weinig huidmondjes/cm2
dikke culicula
dunne cuticula
behaarde bladeren
onbehaarde bladeren

Slide 5 - Question de remorquage

dieren met een wisselende lichaamstemperatuur noemen we ..

Slide 6 - Question ouverte

lees de tekst van p.94 over tolerantie

Slide 7 - Diapositive

het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen noemen we ..

Slide 8 - Question ouverte

wat is de beperkende factor voor planten in zandbodems?

Slide 9 - Question ouverte

alle waarden van abiotische factoren waarbij een organisme kan overleven noemen we ..

Slide 10 - Question ouverte

tolerantiegebied en verspreidingsgebied vallen niet altijd samen; welke uitspraak hierover is juist?
A
het verspreidingsgebied valt binnen het tolerantiegebied
B
het tolerantiegebied valt binnen het verspreidingsgebied

Slide 11 - Quiz

-welke invloed heeft klimaatopwarming op het tolerantiegebied en het verspreidingsgebied van soorten?
A
tolerantiegebied en verspreidingsgebied verschuiven beide
B
tolerantiegebied verschuift, verspreidingsgebied blijft gelijk
C
tolerantiegebied blijft gelijk, verspreidingsgebied verschuift
D
beide blijven gelijk

Slide 12 - Quiz

in NZ kwamen van nature geen knaagdieren voor, maar sinds de blanke kolonisatie van NZ wél
-wat is er gebeurd met het tolerantiegebied van knaagdieren? en wat is er gebeurd met het verspreidingsgebied?
A
het tolerantiegebied van knaagdieren is groter geworden, het verspreidingsgebied ook
B
het tolerantiegebied van knaagdieren is kleiner geworden, het verspreidingsgebied ook
C
het tolerantiegebied van knaagdieren is groter geworden, het verspreidingsgebied niet
D
het tolerantiegebied van knaagdieren is hetzelfde gebleven, het verspreidingsgebied groter

Slide 13 - Quiz

verspreiding eikenprocessierups

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

exoten
  • exoten zijn organismen (soorten) die van oorsprong niet in een gebied voorkomen, maar er (vaak per ongeluk) terecht komen; er zijn drie mogelijke scenario's:
  1. de exoot legt snel het loodje (overschrijding van tolerantiegrenzen)
  2. de exoot overleeft enige tijd, maar legt uiteindelijk het loodje (door af en toe optredende extreme milieuomstandigheden - biotisch of abiotisch)
  3. de exoot overleeft (nieuwe omgeving valt binnen de tolerantiegrenzen) en kan zich handhaven, soms zelfs tot een plaag uitgroeien -> invasief

Slide 16 - Diapositive

exoten  in  NL

Slide 17 - Diapositive

waterhyacinth plaag in tropische  wateren

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

waardoor zijn invasieve exoten een probleem?
  • verdringen bestaande soorten door gebrek aan natuurlijke vijanden (concurrentie) -> verlies aan biodiversiteit
  • kunnen ziekten verspreiden onder inheemse soorten
  • kunnen gevaar voor onze eigen gezondheid vormen (tijgermug -> zikavirus, dengue, etc)
  • kunnen economische schade veroorzaken (door overbrengen van ziekten of bv. dijkverzwakking -> muskusrat

Slide 20 - Diapositive

endemen
  • endemen zijn organismen (soorten) die slechts in een heel beperkt gebied voorkomen (bv. alleen op een eiland) en aangepast zijn aan heel specifieke omstandigheden
  • door hun specifieke aanpassingen aan lokale omstandigheden is het verspreidingsgebied klein en zijn ze kwetsbaar voor uitsterven wanneer hun leefomgeving verstoord wordt

Slide 21 - Diapositive

Onverwacht veel unieke soorten op Bovenwinden en Saba Bank - Nieuwsbericht | 13-02-2019 | 14:30





Op Saba, St. Maarten, St. Eustatius en de Saba Bank komen minimaal 35 dier- en plantensoorten voor die nergens anders ter wereld voorkomen, zogenoemde ‘endemische’ soorten. (beeld: A. Debrot (WUR))



Slide 22 - Diapositive

biodiversiteits"hotspots"
  • plaatsen met een hoge biodiversiteit
  • vaak eilanden met veel endemische soorten
  • Canarische eilanden: 53% , St. Helena: 89%, Hawaï: 94% 
  • eén vulkanisch eiland in de Philippijnen, Mount Makilian, heeft meer houtachtige gewassen dan vergelijkbare plantensoorten in heel de Verenigde Staten

Slide 23 - Diapositive

endemen op Madagaskar

Slide 24 - Diapositive

vogelpest is een van oorsprong Noord Amerikaanse struik, die in de tweede wereldoorlog in Europa is geïntroduceerd om militaire dekking in bossen te geven (ondergroei)
-is vogelpest een endeem of een exoot?
A
vogelpest is een endeem, geen exoot
B
vogelpest is geen endeem, wel een exoot
C
vogelpest is geen endeem en geen exoot
D
vogelpest is zowel endeem als exoot

Slide 25 - Quiz

verwerking
  • maak van 5.2 opdracht 8, 9 en 10 

Slide 26 - Diapositive