CITO M5 - deel 1

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5,6

In de natuurtuin in Veghel zijn er 48 bijen geteld. Vorige week waren dat er 14 meer.

Hoeveel bijen zijn er vorige week geteld?

1. 34
2. 52
3. 62
4. 44

Welk getal moet op de plaat van het vraagteken staan?

10 - 20 - 30 - ? - 50 - 60

1. 35
2. 40
3. 50
4. 45

Welk getal moet op de plaat van het vraagteken staan?

120 - 140 - 160 - ? - 200 - 220

1. 165
2. 170
3. 175
4. 180

Welk getal moet op de plaat van het vraagteken staan?

340 - 400 - 460 - ? - 580 - 640

1. 470
2. 480
3. 500
4. 520

Lou heeft 1 euro. Hij wisselt dit in voor munten van 50 cent.

Hoeveel munten van 50 cent krijgt hij?

1. 1
2. 2
3. 5
4. 10

Lou heeft 5 euro. Hij wisselt dit in voor munten van 50 cent.

Hoeveel munten van 50 cent krijgt hij?

1. 5
2. 50
3. 20
4. 10

500 = 400 + ___

1. 10
2. 40
3. 100
4. 500

We gaan met de klas op excursie. In onze groep zitten 22 kinderen. In iedere auto kunnen 3 kinderen.

Hoeveel auto's hebben we nodig?

1. 8
2. 6
3. 9
4. 7

Op welke dag waren er de meeste reserveringen in het restaurant?

1. zaterdag
2. vrijdag
3. maandag
4. zondag

Hoeveel reserveringen waren er op woensdag?

1. 30
2. 3
3. 10
4. 40

Welke twee getallen zijn samen precies 100?

1. 83 en 27
2. 65 en 45
3. 27 en 27
4. 55 en 45

1. Speelpaleis
2. Shoppie
3. Toys

Het getal op het middelste kaartje ligt precies in het midden tussen 100 en 200.

Welk getal is dat?

1. 100
2. 125
3. 150
4. 175

Het getal op het middelste kaartje ligt precies in het midden tussen 360 en 420.

Welk getal is dat?

1. 370
2. 380
3. 390
4. 400

1. A
2. B
3. C
4. D

8 x 30 =

1. 240
2. 210
3. 180
4. 90

Het is vandaag maandag 15 januari.
Hein was 1 dag geleden jarig.
Op welke dag van de week was dat?

1. zaterdag
2. zondag
3. dinsdag
4. maandag

Het is vandaag maandag 15 januari.
Pieter was 3 dagen geleden jarig.
Op welke dag van de week was dat?

1. zaterdag
2. zondag
3. vrijdag
4. maandag

1. 1 munt van 1 euro 1 munt van 50 cent
2. 1 munt van 1 euro 1 munt van 1 euro
3. 1 munt van 2 euro 1 munt van 20 cent
4. 1 munt van 2 euro 1 munt van 50 cent

36 + 47 =

1. 64
2. 95
3. 83
4. 72

Hoeveel gram zit er in 1 kilo?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

Anne trakteert 29 kinderen op een ijsje op haar verjaardag.
In een doos zitten 9 ijsjes.

Hoeveel dozen heeft zij nodig?

1. 5
2. 3
3. 4
4. 9

Imme haalt € 240,00 bij de bank Ze wil alleen briefjes van € 10,00.

Hoeveel briefje krijgt zij?

1. 24
2. 120
3. 240
4. 10

25 + 25 + 25 + 25 =

1. 75
2. 100
3. 125
4. 85

250 + 250 + 250 + 250 =

1. 750
2. 800
3. 1250
4. 1000

Vader wil pannenkoeken gaan bakken. Hij koop 3 doosjes eieren.

Hoeveel eieren zijn dat in totaal?

1. 3
2. 16
3. 18
4. 6

Lisa wil voor 6 personen pannenkoeken bakken.

Hoeveel eieren heeft zij nodig?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

1. A
2. B
3. C