Donderdag 9 april: Rekenen, blok 7, week 3

Rekenen
Pak alvast maar een kladblaadje 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen
Pak alvast maar een kladblaadje 

Slide 1 - Diapositive

Doelen
We oefenen voor de toets. Lees goed en houd je aan de opdracht. Ik kijk naar het eerste antwoord.

Slide 2 - Diapositive

Maak de bloksommen.
Met welke vier getallen kun jij 100 maken?

Slide 3 - Question ouverte

Maak de bloksommen.
Met welke vier getallen kun jij 150 maken?

Slide 4 - Question ouverte

Maak de bloksommen.
Met welke vier getallen kun jij 200 maken?

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel ongeveer?
34 + 19
A
34 + 10
B
34 + 20

Slide 6 - Quiz

Hoeveel ongeveer?
49 + 15
A
40 + 15
B
50 + 15

Slide 7 - Quiz

Hoeveel ongeveer?
44 - 19
A
44 - 10
B
44 - 20

Slide 8 - Quiz

Hoeveel ongeveer?
41 - 15
A
40 - 15
B
50 - 15

Slide 9 - Quiz

100 punten
Hoeveel keer moet ik 25 gooien?

Slide 10 - Question ouverte

100 punten
Hoeveel keer moet ik 50 gooien?

Slide 11 - Question ouverte

150 punten.
Hoeveel keer moet ik 50 gooien?

Slide 12 - Question ouverte

200 punten
Hoeveel keer moet ik 100 gooien?

Slide 13 - Question ouverte

200 punten
Hoeveel keer moet ik 50 gooien?

Slide 14 - Question ouverte

Wij delen de poffertjes eerlijk. Hoeveel krijgt ieder?
24
___
3

Slide 15 - Question ouverte

Wij delen de poffertjes eerlijk. Hoeveel krijgt ieder?
60
____
3

Slide 16 - Question ouverte

Wij delen de poffertjes eerlijk. Hoeveel krijgt ieder?
100
___
2

Slide 17 - Question ouverte

Voor 20 poffertjes heb je 1 pak mix nodig. Hoeveel pakken heb je voor 60 poffertjes nodig?

Slide 18 - Question ouverte

Voor 20 poffertjes heb je 2 eieren nodig. Hoeveel eieren heb je voor 60 poffertjes nodig?

Slide 19 - Question ouverte

Voor 20 poffertjes heb je 5 kopjes melk nodig. Hoeveel kopjes melk heb je voor 60 poffertjes nodig?

Slide 20 - Question ouverte

Maak 3 x-sommen met de uitkomst 100

Slide 21 - Carte mentale

Hoeveel samen?

Slide 22 - Question ouverte

Hoeveel samen?

Slide 23 - Question ouverte

Hoeveel samen?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Question de remorquage

Hoeveel minuten duurt het?
18.20 film
19.00 nieuws

Slide 26 - Question ouverte

Hoeveel minuten duurt het?
11.20 Serie
11.30 het weer

Slide 27 - Question ouverte

Hoeveel minuten duurt het?
13.15 film
14.00 jeugdjournaal

Slide 28 - Question ouverte

Betaal met zo weinig mogelijk munten.
7 euro en 40 cent

Slide 29 - Question ouverte

Betaal met zo weinig mogelijk munten.
5 euro en 90 cent

Slide 30 - Question ouverte

Betaal met zo weinig mogelijk munten.
8 euro en 30 cent

Slide 31 - Question ouverte

Betaal met zo weinig mogelijk munten.
4 euro en 80 cent

Slide 32 - Question ouverte