Oefentoets H2

Lesdoel
Oefenen met stof H2 Formules en vergelijkingen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Oefenen met stof H2 Formules en vergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen par. 2.1
- Je kan sommen oplossen met één grafiek
- Je kan sommen oplossen met twee grafieken.

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
Opgave
Bij het branden van een rode en een groene kaars horen formules.
rode kaars lengte in cm = 25 − 5 × tijd in uren
groene kaars lengte in cm = 40 − 10 × tijd in uren
Je gaat uitzoeken na hoeveel uur de kaarsen even lang zijn.


Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld
Aanpak
  1. Je vult de twee tabellen in en teken de twee grafieken in één assenstelsel. 
  2. Schrijf rode kaars en groene kaars bij de lijnen in de grafieken. De twee grafieken vormen een snijpunt. 
  3. Ga vanaf het snijpunt recht naar beneden tot aan de horizontale as. Lees het aantal uren af.
  4. Ga vanaf het snijpunt naar links tot aan de verticale as. Lees de lengte van de kaarsen af.

Slide 4 - Diapositive

Uitwerking tabel


2. 
3. Antwoord aflezen vanuit snijpunt
t = 3 uren
l = 10 cm
Dus na 3 uren zijn de twee kaarsen even lang op 10 cm
4. Controle
Het invoeren van 3 uren in beide formules moet leiden tot 10 cm lengte.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Inklemmen par. 2.2
Leerdoel: in kan vergelijkingen oplossen met inklemmen

Bij inklemmen zoek je naar de oplossing door steeds een ander getal te proberen. 

Slide 8 - Diapositive

Inklemmen
Leerdoel: in kan vergelijkingen oplossen met inklemmen

Zoektocht
Bij inklemmen zoek je naar de oplossing door steeds een ander getal te proberen. 

Kennen:
Stappen voor het oplossen met inklemmen

Kunnen:
Oplossen met inklemmen

Slide 9 - Diapositive

Inklemmen = uitproberen
Bij inklemmen zoek je naar de oplossing voor een formule door telkens een ander getal te proberen.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld

Dorien berekent haar inkomsten met de formule:


Stel Dorien verdient € 37. 
Je weet nu dat de formule moet leiden tot een uitkomst van € 37. 


Je krijgt dan als formule:
37 = 2 + 3,50 × tijd in uren.  

Dit is een vergelijking. Je mag het ook omdraaien. Je krijgt dan
2 + 3,50 × tijd in uren = 37.

Slide 11 - Diapositive

Opgave
Jarco berekent zijn inkomsten met de formule


Stel hij verdient in vakantie € 95,90. Hoeveel uur heeft Jarco gewerkt?

 
Uitwerking
Stap 1: Je krijgt in formule:
5,25 + 4,90 × tijd in uren = € 95,90   
Stap 2: Vul voor tijd in uren een getal in. 
Komt er 95,90 uit? 
- Ja, dan heb je het antwoord. 
- Zo nee, dan kies je een ander getal. Zie 
   plaatje hieronder. 






Antwoord:
Jarco heeft dus 18,5 uren gewerkt. 

Slide 12 - Diapositive

2.2 oplossen met inklemmen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het eind van de les kun je een vergelijking oplossen m.b.v. de balansmethode. Dit is net als bij inklemmen, het oplossen van een vergelijking. 
  • Je krijgt dus een formule en een onbekende variabele. Deze variabele kan je dan oplossen. 


Slide 16 - Diapositive

Stappenplan

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Lesdoel par. 2.6

  • Uitleg paragraaf 2.6
  • Leerdoel: Ik kan formules maken bij tabellen
  • Na deze les kan je formules opstellen gebaseerd op tabellen

Slide 22 - Diapositive

Theorie 
Stel we hebben de formule: inkomsten in € = 15 + 7,50t 

In de formule kun je voor t steeds een ander getal invullen.
Je krijgt hierdoor steeds een ander bedrag voor inkomsten in €.
Daarom noemen zowel de Inkomsten in € als de letter t de variabelen van de formule. Variabel betekent ‘steeds anders’.

Slide 23 - Diapositive

Formule maken bij een tabel
Bij een tabel met regelmaat kun je een formule maken. Zie voorbeeld. 

Opgave
Maak de formule bij de tabel met regelmaat.








105 -in kg







Uitwerking
  • gewicht in kg = 105 - 2t
  • t: tijd in maanden

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive