3M - L1 P2 - verleden tijd zijn, woordenschat en ovt

   Deutsch!    
3M 

Les 1 P2
Gutentag!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

   Deutsch!    
3M 

Les 1 P2
Gutentag!

Slide 1 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 2:
maken: Schritt 33




Verwerkingsopdrachten na les 2:
maken: Schritt 34 + oefentoets

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Grammatik:
verleden tijd van sein

woordenschat S 31 & 33
zinnen 
Schritt 31, 32 & 33


Slide 3 - Diapositive

het werkwoord sein verleden tijd
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 4 - Question de remorquage

... meneer Karstenberg boos?
... Herr Karstenberg böse?

A
Seid
B
War
C
Sein
D
Wart

Slide 5 - Quiz

Waar waren jullie gisteren?
Wo ... ihr gestern?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

die öffentlichen Verkehrsmittel
A
het wegennet
B
de metro
C
het ov
D
de samenleving

Slide 8 - Quiz

der Führerschein
A
het rijbewijs
B
het leiderschap
C
de maatschappelijke dienstverlening
D
het diploma

Slide 9 - Quiz

Der Fahrgast

Slide 10 - Question ouverte

halten

Slide 11 - Question ouverte

der Pkw (.. ............)

Slide 12 - Question ouverte

parken

Slide 13 - Question ouverte

De bestuurder parkeert de personenauto.

Slide 14 - Question ouverte

De bus stopt voor de passagiers.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wiederholung
Hoe drukken we dag(del)en, tijden en data uit  in het Duits?...

Ken jij ze nog?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Datum
op 7 mei             =  am siebten Mai  /  am 7. Mai
op 16 oktober  =  am sechzehtnen Oktober / am 16. Oktober
op 31 maart      =  am einundreißigsten März / am 31. März




Slide 19 - Diapositive

Jaartallen
NL:   Hij werd in 1981 geboren.

Duits:
Er war im Jahr 1981 geboren.
Er war 1981 geboren.
Er war in 1981 geboren.


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

quiz: zinnen

Slide 23 - Diapositive

Hij is op 20 november jarig.

Slide 24 - Question ouverte

Zij heeft licht haar en bruine ogen.

Slide 25 - Question ouverte

Vieren jullie het Sinterklaasfeest?

Slide 26 - Question ouverte

Ik wil graag geld hebben.

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive