Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 6.6 Aanpassingen planten
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
6.6.1 Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.
Sommige mensen hebben ‘groene vingers’. Ze weten precies welke plant veel of weinig water nodig heeft. En welke plant in de schaduw moet staan en welke in het licht. Zo heeft elke plantensoort zijn eigen wensen.
Slide 2 - Diapositive
De meeste aanpassingen van planten gaan over de hoeveelheid licht of water in het milieu en huidmondjes.
Slide 3 - Diapositive
0
Slide 4 - Vidéo
Planten in droog milieu
Dikke waslaag op de bladeren
- Behaarde bladeren
- Kleine dikke bladeren of stekels
- Soms wateropslag in stengel
- Sterk ontwikkeld wortelstelsel
- weinig huidmondjes
Slide 5 - Diapositive
weinig en verzonken huidmondjes in een droge omgeving
Slide 6 - Diapositive
Wortelrozetten
Bladeren plat op de grond
Voorkomt dat andere planten daar groeien
Grotere opname water + mineralen
Slide 7 - Diapositive
Aanpassingen planten aan een vochtige omgeving
Veel huidmondjes.
Bladeren groot, dun en bedekt met dunne waslaag.
Moeras- en oeverplanten hebben luchtkanalen in stengels.
Waterplanten hebben geen huidmondjes (waterpest).
Slide 8 - Diapositive
Aanpassingen bij waterplanten
Drijvende planten hebben huidmondjes aan de bovenkant
Ondergedoken bladeren hebben geen huidmondjes
Stengels zijn slap
Stengels kunnen luchtkanalen bevatten (O2)
Slide 9 - Diapositive
Aanpassingen aan licht
Zonneplanten : Groeien bij veel licht
Schaduwplanten: Groeien het best bij weinig licht
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Voorjaarsbloeiers
Slide 12 - Diapositive
Klimplanten
Leven in het bos
Heeft hechtwortels om omhoog te groeien
Opvangen van zonlicht voor fotosynthese
Slide 13 - Diapositive
Verdediging bij planten
Stekels
Brandharen
Maken van gifstof
Slide 14 - Diapositive
wat
bs 6.6 maken
Hoe
lees de tekst van basisstof 6.6 maak daarna de opdrachten.
Hulp
1) boek 2) medeleerling 3 ) docent
Tijd
Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( via som )
Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online