Geschiedenis - Wat doet een boer?

• Begrijpend lezen
• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5-8

Introduction

Hoe zat dat?

Hoe zat dat?

Ik weet dat mensen vroeger jagers en verzamelaars

waren en daarna zijn gaan boeren.

Ik weet de oorsprong van de aardappel en ik weet hoe

deze naar Europa gekomen is.

Ik kan uitleggen hoe boeren steeds efficiënter zijn gaan

werken.

Bekijk de tekst, maar lees hem nog niet!

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de

plaatjes?

Wat is dit voor tekst?

Hoe ga je deze tekst lezen?

Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?

Bespreek kort deze vragen.

Opdracht:

Schrijf op een papiertje twee dingen die je al weet over dit onderwerp. Opgeschreven? Vouw een prop, wacht tot de leerkracht aftelt en gooi je prop allemaal tegelijk naar voren! 

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de

vragenmuur.

Woordenschat:

Beroep

Identiteit Bovendien 

Politiek,

Burgers

Fan

Woordenschat:

Zaaien
Oogsten
Verbouwen

Vee

Vruchtbaar

Archeologen

Verspreidde

Teken ‘de eerste boeren’  in op pagina 6 en 7 van het werkschrift

 

Vat met je maatje de rest van de tekst samen.

Vragen:

‘De land- en akkerbouw werd efficiënter’ wat betekende dit?

Waarom trokken de jagers en verzamelaars rond?

Wat zijn de voordelen en nadelen van het steeds meer en groter produceren?

Lees de een na laatste laatste zin: ‘Als een reactie hierop ontstaat de biologische landbouw en veeteelt.’  Waar is het een reactie op en wat zou biologische landbouw en veeteelt dus inhouden denk je? Leg je anwoord uit.

 

Markeer de antwoorden in de tekst.

Wat heb je deze les geleerd?

Heb je nieuwe vragen gekregen? Schrijf deze op post-its en hang ze op de vragenmuur.

Heb je antwoorden gekregen op je vragen?

Tot de 

volgende keer!