1th Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Opstarten!

Zo kom ik de lockdown door

TOETS?!

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

We zullen moeten bukken, rollen, klimmen en klauteren om bij de finish te komen.

1. zullen, moeten, komen
2. bukken, rollen, klimmen en klauteren
3. zullen, moeten, bukken, rollen, klimmen, klauteren, komen
4. zullen, moeten, bukken, rollen, klimmen, klauteren om te komen.

Wat is de persoonsvorm?

In de pauze is Rob naar de snackbar gegaan.

1. is
2. Rob
3. gegaan

Wat is het onderwerp van de zin?

Online kocht ik een nieuw theeservies.

1. online
2. kocht
3. ik

Maak een zin met de gegeven volgorde:

lw - zn - ww - op straat.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Carla veegde het gebroken glas op.

1. veegde
2. veegde op
3. veegde gebroken op

Volgende week so

Donderdag 21 januari

De toets wordt gegeven via Nieuw Nederlands online, dus zorg dat je dat aan hebt staan voordat de les begint.

Zorg dat je je camera aan hebt. 

Volgende week so

Donderdag 21 januari

Taalverzorging Grammatica H1 t/m 3

• Werkwoorden blz. 28
• persoonsvorm en zinsdelen blz. 30
• onderwerp blz. 50
• zelfstandig naamwoord en lidwoord blz. 56
• werkwoordelijk gezegde blz. 80

Programma

Huiswerk bespreken

Herhalen Lijdend voorwerp

Opdracht maken

Afronden

Huiswerk bespreken

Maken Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp opdracht 1 t/m 4

We doen er eentje samen.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen vinden de meeste mensen wel leuk.

1. een kleurboek voor volwassenen
2. vinden
3. de meeste mensen
4. wel leuk

Wat is het onderwerp in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen / vinden / de meeste mensen / wel leuk.

1. een kleurboek voor volwassenen
2. vinden
3. de meeste mensen
4. wel leuk

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen / vinden / de meeste mensen / wel leuk.

1. een kleurboek voor volwassenen
2. vinden
3. de meeste mensen
4. wel leuk

Herhaling lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp.​

Een lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets of iemand wat overkomt of meemaakt. ​

Emma draagt een hoed.​ 

De hoed doet niks, hij wordt gedragen. ​ ​

 Hans plaagt Frank.​ 

Frank doet niks, hij wordt geplaagd. ​

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp lijdt aan wat er in de zin gebeurt.

Dat is het grote verschil met het onderwerp van een zin. 

Lijdend voorwerp

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Ontleed de zin tot en met het werkwoordelijk gezegde

Stel vervolgens de vraag: wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp

Verder met de opdrachten

Maak van Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp via Nieuw Nederlands online opdracht 5c en 6c.

Klaar? Laat het weten, dan mag je daarna gaan!

Afronden

Huiswerk voor maandag:

Maak van Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp via Nieuw Nederlands online opdracht 5c en 6c.