Nabespreking toets

Nabespreking toets
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nabespreking toets

Slide 1 - Diapositive

Opgave A + B
1 punt per goede vertaling
-0,25 bij accentfout
-0,5 bij spelfout of vorm die niet precies in de zin past

Slide 2 - Diapositive

A. 
1. bijkletsen
2. verdwaal
3. we hebben het ontzettend naar ons zin gehad
4. de zomer doorbrengen
5. eindeloos
6. geroddel
7. ik heb zonet … gemaakt
8. heeft ruzie gehad
9. ademen
10. snel (sneller)

B.
1. ¡Qué paliza!
2. en aquella época
3. es decir
4. cuánto cuesta
5. depende
6. aire libre
7. rascacielos
8. siglo
9. el cubo
10. tirar

Slide 3 - Diapositive

C. perfecto of indefinido
  • 1 punt per goed antwoord.
  • Om dit punt te krijgen, moet je in ieder geval goed kiezen tussen perfecto of indefinido.
  • Meerdere spelfouten of niet-bestaande vormen van de indefinido konden nog wel een half punt opleveren. (Ik ben hier vrij soepel geweest.)

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden C

1. estuve
2. se levantaron
3. tuvimos
4. os habéis echado
5. contaste
6. salí


7. hemos estado
8. nacieron
9. han hecho
10. me he aburrido

Slide 5 - Diapositive

D. korter antwoorden met lo
  • Correcte en (enigszins) logische zin levert 1 punt op.
  • Vreemde zin met lo voor de persoonsvorm levert 0,5 punt op
  • Hier en daar heb ik nog 0,25 afgetrokken voor creatieve foutjes.

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden D
1. no, no (me) lo puedo (imaginar) / no puedo imaginármelo
2. no, no lo he oído
3. no, todavía no lo hemos visto
4. Sí, ya lo han buscado


Slide 7 - Diapositive

E. 
  • 0,5 punt per goed antwoord
  • Op zijn minst moet er een bestaande combinatie van woorden staan. (Dus: voorzetsel + lidwoord + que / donde / que)
  • -0,25 punt bij verkeerd voorzetsel of verkeerd lidwoord.
1. en el que / donde
2. con los que
3. en la que / donde
4. que
5. en la que / donde
6. al que / donde / en el que
7. del que
8. que
9. con la que
10. en la que / donde

Slide 8 - Diapositive

F. Getallen
1. 504.645
2. 93
3. 46.951.532
4. 4.250.000
5. 100
6. 8.400.000
Naar eigen inzicht punten gegeven

Slide 9 - Diapositive

G. Vormen imperfecto
Spelfouten -0,5 pt. 
Accentfouten -0,25 pt.

Slide 10 - Diapositive

H. Escribir
Inhoud (6 pt.)
Grammatica (3 pt.)
Vocabulaire (3 pt.)
Interpunctie (1,5 pt.)
Samenhang (1,5 pt.)

Slide 11 - Diapositive

Tekst 1 [2p]
1. B
Tekst 2 [5p]
2. A
3. A
4. A
5. onjuist / juist / juist / onjuist
(half punt per goed antwoord)
Deel 2: Lezen

Tekst 3 [5p]
6. A
7. B
8. B
9. A
10. B

Slide 12 - Diapositive