Hoofdstuk 2 ass id gez

Assisteren in de gezondheidszorg 

Hoofdstuk 2 : 

Frontofficewerkzaamheden



1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Assisteren in de gezondheidszorg 

Hoofdstuk 2 : 

Frontofficewerkzaamheden



Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
Wat heb je onthouden van H1?

Vandaag starten H2, 2.01 t/m 2.03 en 2.05

Slide 2 - Diapositive

Terug kijken H1
H1 ging over de assisterende beroepen, 
Welke assisterende beroepen zijn er besproken?
en welke taken spreken je het meeste aan?




Slide 3 - Diapositive

lesdoelen H2
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je:
  • Hoe je met vragen van cliënten omgaat;
  • Hoe je een cliënt verwijst;
  • Hoe je afspraken inplant;
  • Hoe je de juiste omgangsvorm kiest;
  • Hoe je op de juiste manier omgaat met emoties van anderen
 
- Vragen stellen en beantwoorden

Slide 4 - Diapositive

Omgaan met vragen
Welke soorten vragen zijn er?

  • Open vragen: deze vragen beginnen met een van de volgende woorden:   wat, waar, wie, waarom, waarmee, wanneer of hoe. Deze vragen zijn niet   met ja of nee te beantwoorden.
  • Gesloten vragen beperken de antwoordmogelijkheden. Meestal zijn de   antwoordmogelijkheden ‘ja’ of ‘nee’.
  • Controle vragen: deze vragen stel je om erachter te komen of je de     vraagsteller goed begrepen hebt.



Slide 5 - Diapositive

 Even noteren!

Op verschillende momenten is het handig om even iets op te schrijven zodat je niets vergeet. Je maakt dan een notitie.

wanneer maakt je een notitie?

Slide 6 - Diapositive

Een notitie maak je bijvoorbeeld wanneer je een afspraak wilt maken bij de tandarts of wanneer je iets besteld bij de Chinees. Ook is het handig als je zaken noteert bij belangrijke telefoongesprekken. In deze les leer je hoe je dit het beste kunt doen.

Slide 7 - Diapositive

Aandachtspunten bij het maken van een notitie:

  • Maak korte aantekeningen.
  • Zorg ervoor dat je zelf later nog begrijpt wat je   opgeschreven hebt.
  • Complete informatie.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Telefoonnotitie maken
wat noteer je:
  • Datum en tijdstip van bellen
  • Je eigen naam
  • Naam van de beller en bedrijf
  • Telefoonnummer
  • Bereikbaarheid van de beller (wanneer kan je terugbellen)
  • Onderwerp/reden van bellen
  • Verwachte actie

Slide 10 - Diapositive

Verwijzen


  • Iemand doorverwijzen naar collega: aangeven hoe de cliënt er komt.
  • Iemand stelt een vraag die jij niet kan beantwoorden: doorverwijzen naar collega.
  • Iemand de weg moeten wijzen naar de juiste behandelaar.

Slide 11 - Diapositive

Doorverwijzen naar andere persoon/collega
Zelfde gebouw:
Benoem de naam van collega en vertel waar ze zit. Leg uit welke verdieping, lift, via lijnen, looproute. Loop evt een stukje mee.
Ander gebouw:
Schrijf naam/adres/telefoonnummer op. Laat het eventueel zien op een plattegrond.

Slide 12 - Diapositive

Doorverwijzen naar andere persoon/collega

Telefonisch:
Zorg dat je weet hoe je moet doorverbinden, leg door de telefoon uit wat je gaat doen.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig aan de slag
Lezen en Maken: Blz 137 t/m 144, opdracht 2.01 t/m 2.03 en 2.05
Daarna in 2-tallen opdracht 2.04

klaar: deelopdracht 3, blz 35

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 2.04
In 2-tallen, ...... min (wissel na .... min)
Waar let je op:

1. Hoe ging het doorverwijzen? (duidelijk?)
2. Hoe was contact met cliënt? (taal, lichaamstaal)
3. Was ze behulpzaam? ( meegelopen, nog een keer uitleggen?)


timer
8:00

Slide 15 - Diapositive