wk 45 Grammatica Woordsoorten

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

Slide 1 - Diapositive

Tekst
timer
7:00

Slide 2 - Diapositive

Periode 1
  • Week 45:                        Fictiedossier inleveren
  •                                            Oefenen en leren van werkwoordspelling en                                                               Grammatica Woordsoorten
  • Week 46:                                   ,,                                  ,,
  • Week 47:                         Toets Spelling werkwoorden en Grammatica 

Slide 3 - Diapositive

Lesplanning
1. Instructie Grammatica Woordsoorten, par. 3 (BK)/par. 5 (KT)
2. Zelfstandig werken aan huiswerk
3. Vragen fictiedossier



Slide 4 - Diapositive

Lesboek         Inhoud voor toets
Markeer  in Cursus 7:
BK: par. 9 t/m 12
KT: par. 10 t/m 13
Markeer in Cursus 5:
BK: par. 1, 3, 5, 7
KT: par. 1, 3, 5, 7

Slide 5 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les

- BK: kun je het bijvoeglijk naamwoord herkennen
- KT:  kun je het persoonlijk en bezittelijk 
         voornaamwoord herkennen


Slide 6 - Diapositive

Grammatica woordsoorten
  • Je leert de woordsoort van elk woord.
  • Dit is handig voor .....:
  • je weet de plek van de woorden in de zin.
  • hoe je iets duidelijker kunt beschrijven.
  • de woorden tot zinnen kan voegen.
  • het leren van een andere vreemde taal. 

Slide 7 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord.

Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
auto
de snelle auto
de glimmende auto
de rode auto
de gave auto

Slide 9 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je al?
  • Werkwoorden 
  • rennen, lezen, zwemmen, voetballen etc.   .....
  • Zelfstandige naamwoorden
  • kast, pen, vriendschap, beloning, toets etc. ......
  • Lidwoorden
  • de, het, een
  • Voorzetsel
  • op, in, achter, naast, tijdens etc. ......

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Je leert vandaag ....
het bijvoeglijk naamwoord
-lekkere
-mooie
-gestreepte
-rode
-lieve
-warme

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

bijvoeglijk naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  •  je weet dan meer over het zelfstandig naamwoord.
  • Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt waarvan een zelfstandig naamwoord is gemaakt.


Slide 15 - Diapositive

Persoonlijk en bezittelijk vnw.

Slide 16 - Diapositive

Persoonlijk en bezittelijk vnw.
  • Hoe spreek je over jezelf en  andere personen, dieren en dingen?
  • Jij,  hij,  zij,  het, wij, jullie,  zij

  • Wij hadden vorige week vakantie. En jullie?
  • Wij , jullie

Slide 17 - Diapositive

Persoonlijk en bezittelijk vnw.
  • Van wie is het een bezit?
  • Laat jouw tas niet overal slingeren!
  • jouw  = bez. vnw.
  • Dit is zijn tas.
  • zijn = bez. vnw.

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk 
Cursus 5 Grammatica Woordsoorten

BKpar. 1 herhaling WS leerjaar 1
         par. 3 bijvoeglijk naamwoord
KT: par. 1 herhaling WS leerjaar 1
        par. 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
TH :oar. 3 voegwoord
         par. 7 aanwijzend voornaamwoord
Maak de opdrachten die voor jou klaar staan (digitaal)
Score < 80%, laat de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf!




Slide 19 - Diapositive

persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Persoonlijk voornaamwoord                         persoon, dier of ding
 Wij keken naar de hardloopwedstrijd.
Hij moet hier aan de lijn.
Ik heb het ingepakt.

  • Bezittelijk voornaamwoord          van wie is het
  • Jullie huis, 
  • Onze klas, 
  • Jouw schoen

Slide 22 - Diapositive

Een overzicht van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden, blz. 210.

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 8 november
KT:

par. 1 herhaling WS leerjaar 1
par. 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Maak de opdrachten die voor jou klaar staan (digitaal)
Score < 80%, laat de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf!

Slide 24 - Diapositive