2bkt1, c5 grammatica, WS persoonlijk en bezittelijk vnw.

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

-leesboek
-lesboek, schrift + pen
-laptop (dicht)
timer
2:30
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

-leesboek
-lesboek, schrift + pen
-laptop (dicht)
timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Lesdoelen
  • Nieuwe uitleg: grammatica/ 
  • persoonlijk en bezittelijk vnw.
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie les

Slide 2 - Diapositive

timer
8:00

Slide 3 - Diapositive

#boekpraat
*Wat is de titel en de schrijver van je boek?

*Waar speelt je verhaal zich af?

*Wat zou jij de schrijver als tip willen geven? 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel

Ik kan een voegwoord, een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord herkennen in de zin.


Slide 5 - Diapositive

Woordsoorten, ken jij ze nog?
Welke woordsoorten heb je in leerjaar 1 geleerd?
lw = lidwoord (de, het, een)
zn = zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding)
bn= bijvoeglijk naamwoord (zegt iets van het zn)
ww = werkwoord (een doe- woord, handeling)
vz= voorzetsel (op, onder, tussen, boven, naast,enz.)

Slide 6 - Diapositive

Terugblik: Bijvoeglijk naamwoord
Zo herken je een bijvoeglijk naamwoord:
Een bijvoeglijk naamwoord kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan:
Ik kocht een nieuw shirt. / Het shirt is nieuw. / Het nieuwe shirt staat goed.


Slide 7 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Sommige bijvoeglijke naamwoorden vertellen waarvan een zelfstandig naamwoord gemaakt is. Je noemt ze stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. Deze bijvoeglijke naamwoorden staan altijd vóór het zelfstandig naamwoord en hebben maar één vorm:

Een wollen trui is lekker warm.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord

Je kunt naar personen, dieren of dingen verwijzen. Daarvoor gebruik je een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord.

Slide 10 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) verwijst naar een persoon, dier of ding:

Wij gaan een weekend naar Texel.
Onze kat slaapt overdag, omdat hij ’s nachts veel buiten rondloopt.
Ik heb je bericht ontvangen, maar ik heb het nog niet gelezen.


Slide 11 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is. Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: jullie tuin, onze school, jouw tas.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Zelfstandig werken
Je maakt: Cursus 5 Grammatica 

BK+KT: Mixopdrachten $7 Mixopdrachten (alleen online)


TH: $5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord, blz. 206, opdracht 1 t/m 5


timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Evaluatie
*Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden ken je?

*Wat vond je nog lastig?
*Waar kun je nog mee oefenen?

Slide 15 - Diapositive