Specifieke onderwijsbehoeften 5.3 en 5.4

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 4

Specifieke onderwijsbehoeften

5.3 Gedrag en emotie

5.4 Gedrag, agressie en pesten

Wat zie je terug bij Sam?

Als ik een sociogram van een groep bekijk, kom ik iets te weten over...?

1. De doelen van de groep
2. De groepscohesie
3. De normen en waarden van de groep
4. De groepsontwikkeling

Weet je nog?

Wissel de volgende begrippen uit.

DSM-IV

Verschil gedragsprobleem en stoornis

Verschil ADHD en ADD

Welke voorwaarden zijn belangrijk om tot leren te komen?

Angsstoornissen

• Angst (pieker-, scheiding-, sociale, fobie, dwangstoornis, paniekstoornis, selectief mutisme)
• Faalangst
• PTSS: Posttraumatische stressstoornis -> EMDR
• MCDD: meervoudige complex disorder (ontwikkelingsstoornissen)

Zoek de verschillende angststoornissen op. Leg de verschillen aan elkaar uit. Weet je het niet? Zoek op!

• Heb jij ooit een kind met een angststoornis meegemaakt?
• Hoe ging jij hiermee om?
• Wandel en wissel uit

Hoe ga jij om met kinderen met faalangst? Welke tip heb je?

www.zo-zorgoplossingen.nl

Hechtingsstoornis

• Reactieve hechtingsstoornis (RHS)
  
• Typen gehechtheidsrelaties (vanaf blz. 213)
  

Lees de verschillende typen

Waar of niet waar?

1. Autisten zien een samenhang in wat zij waarnemen
2. Een kind met autisme neemt alles heel letterlijk
3. Met een kind met autisme kun je geen gesprek voeren
4. Kinderen met autisme hebben een goed tijdsbesef
5. Een kind met autisme heeft vaak de moeite om zijn gevoelens te uiten
6. Autisme komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen
7. Kinderen met autisme gebruiken vaak spreekwoorden
8. Kinderen met autisme zien niet goed het verschil tussen een plagerijtje en echt pesten

Ass (autisme spectrum stoornis)

• Autisme is een klinische gedragsdiagnose;​
  
• Alleen op gedragskenmerken ​
  
• Niet op medische aanwijzingen​
  
• Grote verschillen tussen de gedragsbeelden

• Klassiek autisme
  
• Syndroom van Asperger
  
• PDD-NOS (pervasieve ontwikkelingsstoornis) *Pervasief betekent dat het invloed heeft op de totale ontwikkeling. Hierbij kan het gaan om sociale vaardigheden, relaties of motoriek, maar ook om gevoelens, fantasie en begrip van de omringende wereld.

Ervaringen uitwisselen?

lezen hoofdstuk 5

Lekker voor jezelf. Super interessant. 

Opdracht

Kijk bij paragraaf 5.3 en 5.4 bij de kopjes "omgaan met", vergelijk ze met elkaar en zoek de items eruit die voor iedere gedragscomponent toepasbaar zijn.

Afronding

Tips: 

• Docu Alicia - opgroeien in kindertehuizen (volgende slide)
• Docu: kinderen met kopzorgen (slide daarop)

www.2doc.nl